2015 Business Logistics november

SUPPLY CHAIN MANAGEMENT

ringen. Er is een duidelijk verschil merkbaar in de twee grafieken als we onderneming 1 met onder- neming 3 vergelijken. Als we de EBIT% vergelijken, doet onderneming 3 het duidelijk veel beter in de periode 2004-2007. Als we de EBITDA% vergelijken, lijkendeondernemingendichterbijelkaarteliggen. Het verschil zit niet in de performantie, maar op het vlak van accounting. Er zijn in se twee mogelijkhe- denominvesteringeninR&Dteverantwoorden: - Ofwel houden we rekening met de kosten voor R&Dvanhet jaar, inhet jaar zelf. De kosten voor R&D kunnen vallen onder de Verkoop-, Algemene en Administratieve kosten, of ze worden als een afzon- derlijk item vernoemd. Maar in ieder geval staan ze ‘boven’ de EBITDA-lijn in de ‘winst en verlies reke- ning’ enwordt er dus rekeningmeegehouden inde EBITDA. - Ofwel zetten we de R&D-uitgaven om in een ‘actief’ op de balans en schrijven we ze af over de levensduur van de betreffende producten. In dit geval staan de R&D-kosten ‘onder’ de EBITDA-lijn en wordt er dus geen rekening mee gehouden in de EBITDA, maar worden ze vermeld als afschrijfkosten onderdeEBITDA-lijn. Figuur 4 vergelijkt de EBIT% en de EBITDA% voor onze drie ondernemingen. Bij onderneming 1 ligt de EBITDA steevast hoger dan de EBIT. Dat heeft te makenmet deafschrijvingvandeR&D-kosten. Deze onderneming maakt gebruik van de tweede bena- dering. Bij ondernemingen 2 en 3 is het verschil mindergroot.Zijhanterendeeerstebenadering. Bijgevolg is de vergelijking in Figuur 3 geen eerlijke vergelijking. Twee ondernemingen hebben reke- ning gehouden met de R&D-kosten in hun EBITDA terwijl onderneming 1 dat niet heeft gedaan. Bij een benchmark moeten we opletten dat we appels met appels vergelijken. Figuur 2 vergelijkt appels met appels, alle ondernemingen hebben rekening gehouden met R&D-onkosten. Figuur 3 vergelijkt appels met peren, want onderneming 2 en 3 heb- ben rekening gehouden met R&D-onkosten terwijl onderneming1datnietheeftgedaan. BenchmarkingvanEBIT%versusde CashConversionCycle Figuur 5geeft eenorbit grafiekweer voor deEBIT% versus de Cash Conversion Cycle (CCC) bij onze drie technologiebedrijven. De Cash Conversion Cycle is de periode gemeten in dagen vanaf het moment dat een inkoopfactuur is betaald tot aan het moment dat het bedrag van de hierop betrekking hebbende verkoopfactuur is geïnd. Het is anders gezegd de periode waarin een bedrijf haar voorra- den en klanten tegoeden uit eigenmiddelenmoet zien te financieren. In een berekening: Cash Con- version Cycle = Debiteuren termijn (DSO) + Voor- raad termijn (DIO) –Crediteuren termijn (DPO).

FIGUUR 2 Orbit grafiek over ‘EBIT%’ versus ‘Voorraadrotaties’ voor 3 concurrerende technologiebedrijven.

FIGUUR 3 Orbit grafiek over ‘EBITDA%’ versus ‘Voorraadrotaties’ voor 3 concurrerende technologiebedrijven.

FIGUUR 4 Vergelijking tussen EBITDA% en EBIT%

Terwijl we in figuur 2 in de rechterbovenhoek willen zitten (hoge EBIT% en hoge voor- raadrotatie), willen we in figuur 5 in de linker- bovenhoek zitten (hoge EBIT% en een lage CCC, wat overeenkomt met een laag werkka- pitaal.

Op figuur 5 zien we dat onderneming 3 een lage CCCheeft,maarmet een lagewinstgevendheid. Het is vergelijkbaar met onze conclusie voor figuur 2. De onderneming is sterk in het beheren van working capital, maar niet in balans met ondermaatse winst- gevendheid.

11

B U S I N E S S L O G I S T I C S - N O V E M B E R 2 0 1 5

Made with