VCM_042025_LR
Deze interactieve publicatie is gemaakt met FlippingBook, een online streamingdienst voor PDF's. Geen downloads, geen wachttijd. Open de publicatie en begin meteen te lezen!
MAART - APRIL 2025 WWW.VALUECHAIN.BE
ERP versus best-of-breed
VERDER IN DIT NUMMER: KOPIE VAN DE REALITEIT BIEDT TOEGEVOEGDE WAARDE - IMPACT TANEND CONCURRENTIEVERMOGEN EN AMERIKAANSE TARIEFDREIGING - JESSA ZIEKENHUIS KIJKT OVER DE MUREN - TIEN VOORSPELLINGEN VAN IDC - REALTIME DATAOPVOLGING BIJ ECOFROST - HOE AI SUPPLY CHAINS TRANSFORMEERT - ONDERWIJS MOET DE LAT HOOG LEGGEN - DOORGEDREVEN OPERATIONELE INTEGRATIE BIJ FORESCO - ZEAL ROBOTICS HERTEKENT DE AMR - EXOTEC LANCEERT NEXT GEN SKYPOD-SYSTEEM - DE 4 GENOMINEERDE START-UPS VOOR DE SC AWARDS 2024 - IMPACT KEUZEVRIJHEID VOOR ORDERPICKERS - INVESTEREN IN RETOURLOGISTIEK KAN LONEN - PAKKETAUTOMATEN - STADSDISTRIBUTIE VANUIT B2B OOGPUNT MET URBIKE - WAARDETRANSPORT VAN BRINK’S - ACTIE OM HET EUROPESE TREINTRANSPORT TE VERBETEREN - SUPERTRUCKS Samen met Value Chain Management en WWW.VALUECHAIN.BE vormt dit magazine één infopakket voor het management van uw globale waardeketen. AFZENDER: KONING ALBERT I-LAAN 162 I B 8200 BRUGGE I P 916959 I ISSN 1372-875X I 30 E JAARGANG I MAANDUITGAVE 40 EUR I AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN-X Panelgesprek met als conclusie “De juiste combinatie maken is de kunst”
Uw succesverhaal start met magazijnrekken. En onze expertise.
Onze ervaren consultants staan klaar om een oplossing op maat voor u te ontwerpen. Dit omvat het creëren van op maat gemaakte rekconcepten die de benodigde ruimte beperken en de overslagcapaciteit verhogen. Systemen waarop u op de lange termijn kunt vertrouwen, hoe sterk de vraag ook is of Niemand weet precies hoe uw magazijn er over 30 jaar zal uitzien. Maar Jungheinrich kan u er nu al op voorbereiden.
hoe geautomatiseerd uw processen ook zijn. Jungheinrich staat aan uw zijde. Vanaf het begin.
Meer weten? www.jungheinrich.be/magazijnrekken
MAART - APRIL 2025
IN DEZE EDITIE
48
Software zorgt voor structuur Hyperfox verwerkt orders met behulp van AI Dokter en assistent in één Rombio biedt planningsbeheer met AI-laag Start-up pakt verborgen kosten van field management aan Ventory visualiseert mobiele en externe voorraden Ziekenhuisgroep zet stap naar logistieke efficiëntie ZAS optimaliseert magazijnwerking met rekken en bakken van BITO Hogere autonomie biedt veelbelovende resultaten Onderzoek naar impact van meer keuzevrijheid voor orderpickers
VISIE 8
De juiste combinatie maken is de kunst Panelgesprek: ERP versus best-of-breed
50
SUPPLY CHAIN MANAGEMENT 15
52
Van Apollo 13 naar Warehouse 5.0 Werken met een kopie van de realiteit biedt toegevoegde waarde Belgische export onder druk Impact van tanend concurrentievermogen en Amerikaanse tariefdreiging Supply chain management in de zorgsector Jessa Ziekenhuis kijkt over muren van zieken huiswereld De toekomst van intelligente bedrijfsapplicaties IDC doet tien voorspellingen voor de komende vijf jaar Automatisering op MES-laag verhoogt flexibiliteit Realtime dataopvolging bij aardappelverwerker Ecofrost Hoe AI supply chains transformeert Technologieën met impact volgens Transport Intelligence Onderwijs moet de lat hoog leggen Professor Dino Accoto is titularis van de Movu Robotics-leerstoel Universeel ICT-platform onder steunt buy- and-build strategie Doorgedreven operationele integratie bij Foresco
WAREHOUSE MANAGEMENT 54
24
29
56
32
58
Van kostenpost naar opportuniteit Investeren in retourlogistiek kan lonen
DIGITALE TRANSFORMATIE 18
TRANSPORT- EN DISTRIBUTIEMANAGEMENT 66 Pakketautomaten: revolutie in stadslogistiek? Last-mile delivery optimaliseren 70
20
Balans tussen kwaliteit, efficiëntie en duur- zaamheid Urbike over perspectieven voor stadsdistributie vanuit B2B-oogpunt Maximale efficiëntie bij maximale bediening Brink’s optimaliseert waardetransport in uitdagende markt Manifesto 2024-2029 wil sector op de rails zetten AERRL roept op tot actie om het Europese treintransport te verbeteren Vlaanderen bereidt zich voor op supertrucks Minder ritten en uitstoot, maar een strikt kader blijft nodig
38
74
40
77
WAREHOUSING EQUIPMENT 62
Nieuwe generatie biedt veelzijdigheid Exotec lanceert Next Gen Skypod-systeem
80
GENOMINEERDE START-UPS VAN SC AWARDS 2024 43 Nooit meer wachten op de robot Zeal Robotics hertekent de AMR
46
Drones als expreskoerier ADLC haalt dronelogistiek buiten de bedrijfsmuren
Value Chain Management en alle informatie op www.valuechain.be vormt samen één informatiepakket voor het management van uw globale waardeketen. De magazines en online informatie zijn een productie van Media Access.
Value Chain Management
FLASH
FLASH
Het magazine Business Logistics werd volledig geïncorporeerd in Value Chain Management. Samen met de Content Weekly en de informatie op www.valuechain.be vormt dat één informatiepakket.
Investeringen in België hoger dan vóór corona
Value Chain Management Maart - april 2025
Maar liefst 90% van de Belgische bedrij ven meldde in 2024 digitale technolo gieën te hebben geïntroduceerd. Dat is het op één na hoogste percentage van alle EU-landen en veel meer dan gemiddeld in de EU. Dat blijkt uit de nationale resultaten van het investeringsonderzoek van de Euro pese Investeringsbank Groep (EIB), de kre dietinstelling van de EU voor langlopende leningen. Uit de onderzoeksresultaten blijkt ook dat Belgische bedrijven ver vooroplo pen in het gebruik van het Internet of Things (IoT). Met ongeveer 65% laat België de andere EU-landen op dit vlak ver achter zich.
Abonnees die ook lid zijn van de Value Chain Community krijgen gratis toegang tot de community activiteiten
VALUE CHAIN werkt nauw samen met, en is het officiële medium van PICS BELGIUM (Production & Inventory Control Society)
Directeur: Jan Proot Hoofdredacteur: Tina Claeys Eindredactie: Heidi Corthals Redactie: Tina Claeys, Kurt Deman, Felix Ferret, James De Paepe, Lisa Meyers, Annemie Morbee, Dries Van Damme, Jan De Kimpe, Tom Dejonghe Advertenties Seminar & Event management Valerie Boydens: + 32 (0)50 40 80 80
Het investeringsonderzoek van de EIB-Groep (EIB Investment Survey – EIBIS) is een jaarlijks rapport op basis van een enquête waaraan ongeveer 13.000 bedrijven uit alle EU-lidstaten deelnemen, aangevuld met een steekproef uit de Verenigde Staten. De voornaamste resultaten ervan werden in oktober 2024 gepubliceerd en lieten zien dat bedrijven uit de EU voortrekkers zijn in investeringen in klimaatmitigatie en -adaptatie. De gedetailleerde nationale rapporten per individuele lidstaat werden op 12 februari 2025 bekendgemaakt. De voornaamste bevindingen voor België zijn: • Samen met Nederland loopt België voorop in het percentage investeringen dat bedrijven besteden aan immateriële activa, zoals software-, data- en websiteactiviteiten; • Belgische bedrijven leggen sterk de nadruk op investeringen in nieuwe producten en diensten (39% vs. het EU-gemiddelde van 25%); • Bijna zes van de tien Belgische bedrijven (58%) heeft geïnvesteerd in het verbeteren van de energie-effi ciëntie. “Europese bedrijven boeken aanzienlijke vooruitgang in de aanpak van de klimaatverandering en kiezen nu massaal voor digitale transformatie”, aldus Debora Revoltella, hoofdeconoom bij de EIB. “Maar om de investeringen in de EU verder op te drijven, moeten we een beter gestroomlijnde en sterker geïntegreerde interne markt hebben.”
Uitgeverij Media Access Kon. Albert I-laan 162 B-8200 Brugge Telefoon: + (50) 40 80 80 Fax: +32 (0)50 40 80 90 Vormgeving & lay-out Dempsey Provoost Drukkerij Bredero Graphics – Melle
Value Chain verschijnt vijf keer per jaar in print en online: januari - februari maart - april mei - juni
Het volledige nationale rapport over België is hier te vinden.
niet in juli en augustus september - oktober novembert - december
Nieuwe Linde Xi elektrische heftrucks De ongeslagen kampioen in de gewichtsklasse tot 2 ton
Abonnement op het Value Chain informatiepakket in print en online en lidmaatschap van de Value Chain Community bedraagt voor België en Nederland € 145 voor 1 jaar.
Een titel als “The Next Champ” krijg je niet zomaar. Duurzaam, wendbaar, ergonomisch… het zijn maar enkele sterke punten van de nieuwe Linde Xi, de krachtigste elektrische hef trucks in hun categorie.
Abonnement op het Value Chain informatiepakket ENKEL online en lidmaatschap van de Value Chain Community bedraagt voor België en Nederland € 95 voor 1 jaar.
Bekijk hier de video
Een abonnement kan op elk ogenblik starten.
Redactionele bijdragen zijn vrij van publiciteit. Overname, geheel of gedeeltelijk na uitdrukkelijk schriftelijke toestemming van de uitgever.
4
WWW.VALUECHAIN.BE
FLASH
GenAI creëert frictie in supply chain organisaties Terwijl maar liefst 72% van de supply chain organisaties gebruik maakt van generatieve AI (GenAI), ondervinden de meeste bedrijven slechts middelma tige resultaten op het vlak van productiviteit en ROI, zo blijkt uit een rapport van onderzoeks- en adviesbureau Gartner. De productiviteitswinst die indi viduele medewerkers met een kantoorfunctie dankzij het gebruik van GenAI optekenen, vertaalt zich niet naar een hogere productiviteit op teamniveau, stellen de onderzoekers vast. Bovendien leidt de invoering van GenAI tools bij veel medewerkers tot groeiende ongerustheid, wat zelfs een negatief effect op hun productiviteit heeft.
Chief supply chain officers (CSCO’s) die GenAI inzetten, moeten zich volgens Gartner dan ook niet alleen op efficiëntie richten, maar op een strategie die de volledige productiviteit van de organisatie omvat. Die strategie moet meer rekening houden met eerstelijnsmedewerkers, de groeiende bezorgdheid van medewerkers over het gebruik van GenAI-tools wegnemen en zich richten op toepassingen die creativiteit en innovatie bevorderen, in plaats van enkel op tijdsbesparing. “Vroege GenAI-implementaties in de supply chain onthullen een productivi teitsparadox”, zegt Sam Berndt, senior director van Gartners Supply Chain afdeling. “Hoewel het gebruik ervan de individuele productiviteit van medewerkers met een kantoorfunctie heeft verbeterd, wordt die winst niet in de rest van het bedrijf doorgetrokken en wordt de werkomgeving voor veel medewerkers zelfs slechter. CSCO’s moeten hun implementatiestra tegieën dan ook aanpassen om die negatieve resultaten aan te pakken.”
Voor zijn onderzoek peilde Gartner in augustus 2024 bij 265 respondenten wereldwijd naar de impact van GenAI in supply chain organisaties. Naast de enquête namen de onderzoekers 75 interviews met supply chain leiders af om meer inzicht te krijgen in de toepassing en de impact van GenAI op de productiviteit, de ROI en de ervaring van medewerkers. Daarbij werd zowel op kantoormedewerkers als op eerstelijnsmedewerkers gefocust. De cijfers toonden aan dat GenAI een productiviteitsstijging opleverde bij kantoormedewerkers. Daarbij zorgden GenAI-tools bij die medewerkers voor een tijdsbesparing van 4,11 uur per week. De bespaarde tijd leidde ook tot een hogere output en kwaliteitsvoller werk. Die winst nam evenwel af wanneer de productiviteit op teamniveau werd beoordeeld. De hoeveelheid bespaarde tijd daalde tot 1,5 uur per teamlid per week en er was geen verband met een verbeterde output of een hogere kwaliteit van het werk (zie figuur). De invoering van GenAI in de supply chain heeft nog een aantal andere negatieve gevolgen voor organisaties met zich meegebracht: - Eerstelijnsmedewerkers zijn er niet in geslaagd een vergelijkbare productiviteitswinst te behalen als hun collega’s op kantoor, hoewel ze een vergelijk bare tijdsbesparing registreren door het gebruik van GenAI-tools; - Medewerkers voelen zich steeds meer ongerust naarmate ze op het werk aan een groeiend aantal GenAI tools worden blootgesteld, waarbij de gemiddelde supply chain medewerker nu gemiddeld 3,6 GenAI tools gebruikt; - De stijgende ongerustheid bij de medewerkers leidt tot een afname van de algehele productiviteit. “In hun streven naar efficiëntie en tijdsbesparing creëren CSCO’s misschien onbewust een ‘doom loop’ op het vlak van productiviteit. Ze implementeren steeds nieuwe GenAI-tools, waardoor de angst bij de medewerkers toeneemt en dat tot een lagere productiviteit leidt”, meent Sam Berndt. “In plaats van nog meer GenAI-tools in de organisatie te introduceren, moeten CSCO’s hun algemene strategie tegen het licht houden.” Gartner beveelt bedrijven daarom aan de focus te verleggen van individuele productiviteitswinsten naar een gerichte aanpak van de organisatorische productiviteit. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan op creativiteit gebaseerde usecases die het strategisch denken en de innovatie van het hele perso neelsbestand verbeteren, inclusief eerstelijnswerkers. Die usecases moedigen medewerkers aan GenAI-tools te gebruiken om hun strategische taken meer doordacht aan te pakken, met de nadruk op die taken die interactie met collega’s inhouden. - Usecases: Door op creativiteit gebaseerde GenAI usecases aan te moedigen, kunnen supply chain teams heel wat voordelen realiseren die verder gaan dan alleen tijdsbesparing. Denk hierbij aan een betere algehele productiviteit (taken beter uitvoeren, niet alleen sneller) en de mogelijkheid om een bredere reeks usecases te identificeren die verder kijken dan enkel tijdsbesparing. - Talentstrategie: Het bijscholen van medewerkers moet verder gaan dan louter het gebruik van GenAI-tools. Medewerkers hebben begeleiding nodig bij het uitvoeren van hun nieuwe strategische taken en bij het benutten van de tijd die ze besparen door GenAI tools te gebruiken. - Managementaanpak: De focus moet verschuiven van het meten van automatisering naar het meten van innovatie. De meetcriteria moeten worden afgestemd op hoe GenAI wordt toegepast voor waardevolle taken, nieuwe taken die door GenAI worden gecreëerd en een oriëntatie op GenAI als jobcre ator in plaats van eliminator. Om de organisatorische productiviteit te optimaliseren, moeten CSCO’s volgens Gartner hun GenAI-strategie op drie belangrijke gebieden herzien:
Het volledige rapport ‘Supply Chain Executive Report: The GenAI Productivity Paradox’, is te vinden op de site van Gartner.
5
VALUE CHAIN MANAGEMENT - MAART-APRIL 2025
FLASH
Veerkrachtige supply chain vereist zichtbaarheid
Slechts één op de drie bedrijven beschikt over de juiste informa tie over zijn end-to-end supply chain om eigen wereldwijde sup ply- en productienetwerken te optimaliseren. De overige 65% tast in het duister in een turbulente tijd waarin mondiale ont wrichtingen plaatsvinden en door importheffingen nog verder zullen gaan ontstaan. Dat blijkt uit een onderzoek dat Buck Con sultants International/BCI Global in samenwerking met Executive Platforms heeft uitgevoerd bij 240 supply chain-leiders in Europa en de VS. Een grote meerderheid van de deelnemers geeft aan externe uit dagingen (bv. geopolitieke ontwikkelingen) en interne ontwikke lingen (zoals groei, marge) nauwlettend in de gaten te houden en deze mee te nemen in de eigen footprint-strategie (vragen 1, 3 en 4). Maar slechts 26% voert jaarlijkse stresstests uit om de kwetsbaarheid van de end-to-end supply chain in kaart te brengen. “Het beoordelen van interne en externe factoren die van invloed zijn op de footprint-strategie is een gangbare praktijk,” aldus Patrick Haex, global head of Supply Chain Solutions bij BCI, “maar het verband tus sen de bedrijfsstrategie en de supply chain-strategie is erg los, wat een recept is voor het niet halen van bedrijfsdoelstellingen.” Slechts 35% van de respondenten beschikt over de juiste gedetail leerde end-to-end zichtbaarheid en actuele gegevens over de totale supply chain (vragen 9 en 10). Njin-Tsoe Chen, senior consultant bij BCI, noemt dat zorgwekkend. “Als de juiste informatie ontbreekt, kan een bedrijf ook niet adequate alternatieve supply chain set-ups verken nen”, zegt hij. “Bovendien brengt gebrek aan zichtbaarheid – zeker met toenemende eisen om de landen van herkomst van componenten en producten bekend te maken en gegevens op productcodeniveau aan te leveren met het oog op handelstarieven – bedrijven in de problemen en worden de mogelijkheden verminderd om de impact van importta rieven te verzachten.” Hieronder vindt u de onderzoeksvragen. Het vermelde percentage is dat van de respondenten die ‘ja’ antwoordden. (Bron: Buck Consultants International/BCI Global, maart 2025) Vraag 1: Heeft uw bedrijf een proces geïmplementeerd om de geopoli tieke risico’s in de toeleveringsketen voortdurend te monitoren en actie te ondernemen wanneer dat nodig is? (57%) Vraag 2: Voert uw bedrijf minimaal één keer per jaar stresstests uit om de kwetsbaarheid van de gehele end-to-end supply chain te beoorde len? (26%)
die van invloed zijn op de footprint-strategie en worden deze bespro ken tijdens een jaarlijkse bedrijfsbeoordelingssessie? (85%)
Vraag 4: Identificeert en beoordeelt uw bedrijf externe factoren (d.w.z. risico’s, inflatie, tarieven, regelgeving, concurrentie) die de foot print-strategie beïnvloeden en worden deze besproken tijdens een jaarlijkse bedrijfsbeoordelingssessie? (85%) Vraag 5: Analyseert uw bedrijf in detail proactief alternatieve footprints (netwerken van productie- en distributievestigingen) voetafdrukop ties in detail, waarbij rekening wordt gehouden met risico’s, interne en externe factoren om inzicht te krijgen in de best passende foorprint en potentiële alternatieven? (65%) Vraag 6: Is uw bedrijfsstrategie vertaald naar het supply chain netwerk met duidelijke doelstellingen en maatstaven (d.w.z. kosten, kwaliteit, doorlooptijden, flexibiliteit, wendbaarheid) en worden deze strate gieën door alle medewerkers begrepen? (44%) Vraag 7: Omvat uw footprint-strategie een 3PL-strategie waarbij reke ning wordt gehouden met het aanpassen van seizoen volumes en het mitigeren van risico’s? (62%) Vraag 8: Bevat uw footprint-strategie overwegingen voor het op korte termijn implementatie van een automatiseringsstrategie (technologie en digitalisering)? (50%) Vraag 9: Heeft uw bedrijf inzicht buiten de Tier 2-leveranciersbasis in termen van beschikbare capaciteit, grondstoffen, voorraadniveaus en upstream/downstream-flexibiliteit? (37%) Vraag 10: Beschikt uw bedrijf over een volledige en actuele set gegevens om footprint scenario’s te evalueren, zowel upstream als downstream? (33%)
Vraag 3: Identificeert en beoordeelt uw bedrijf interne factoren (d.w.z. toekomstige volumes, fusies en overnames, productportfolio, marge)
6
WWW.VALUECHAIN.BE
FLASH
Slechts 29% van de supply chain organisaties is klaar voor de toekomst
Volgens een onderzoek van Gartner heeft slechts 29% van de supply chain organisaties minstens drie van de vijf belangrijkste concurrenti ële eigenschappen ontwikkeld die hen klaarstomen voor de toekomst. Chief supply chain officers (CSCO’s) zullen die eigenschappen nodig hebben om de factoren die hun functie in de toekomst zullen beïnvloe den te beheren, bijvoorbeeld het bewijzen van hun bekwaamheid op het vlak van AI en het navigeren door nieuw commercieel beleid. Tussen 31 juli en 1 oktober 2024 bevroeg Gartner 579 supply chain pro fessionals uit verschillende sectoren en regio’s. Daarbij identificeerde het onderzoeks- en adviesbureau concurrentiële eigenschappen zoals wendbaarheid, veerkracht, regionalisatie, geïntegreerde ecosystemen en geïntegreerde bedrijfsstrategie. Uit het onderzoek blijkt dat de ‘leiders’ die organisaties zijn die al min stens drie van de vijf concurrentiële eigenschappen hebben ontwikkeld die nodig zijn om de vijf belangrijkste drijfveren voor de toekomst van de supply chain aan te pakken. “De leiders deelden het commitment om zich voor te bereiden door middel van weloverwogen langetermijn strategieën, terwijl niet-leiders vaker gericht waren op kortetermijnpri oriteiten”, aldus Pierfrancesco Manenti, VP analyst bij Gartner. “De meeste leiders hebben nog niet in geavanceerde technologieën zoals realtime zichtbaarheid of digitale supply chain twin geïnves teerd, maar zijn dat in de komende drie tot vijf jaar wel van plan”, aldus Manenti. “Leiders zien technologie als een middel om hun algemene bedrijfsstrategie te ondersteunen, terwijl niet-leiders vaker eerst in technologie investeren, zonder hun kerncompetenties volledig op orde te hebben.” Met het onderzoek ging Gartner na hoe organisaties zich op toekom stige uitdagingen voorbereiden en hoe ze hun supply chains concur rentieel kunnen houden. Daarbij werd respondenten gevraagd de toekomstige factoren te identificeren die van invloed zijn op de pres taties van hun supply chain in de komende drie tot vijf jaar (zie figuur). Op basis van wat de leidinggevenden beschouwen als de meest cru ciale capaciteiten om hun organisatie in de komende drie tot vijf jaar te versterken, identificeerde Gartner vier unieke profielen van supply chain organisaties. Elk profiel legt de nadruk op kerncompetenties zoals business model innovatie, duurzaamheid, talent en technologie om te voldoen aan de eisen van de toekomst. Die profielen zijn: Design (ontwerp): De organisatie benadrukt business model innovatie om complexiteit te verminderen, met de focus op productontwerpen die over verschillende variaties kunnen worden gedeeld. De organi satie geeft prioriteit aan vereenvoudiging, standaardisatie en diffe rentiatie op basis van klant- en productsegmentatie om processen te stroomlijnen en toekomstig succes te vergroten.
Durability (duurzaamheid): De organisatie vindt duurzaamheid en risicobeheer essentieel om op lange termijn te overleven, waarbij de focus ligt op duurzame inkoop en transparantie in initiatieven. Door de milieu-impact te beperken, bouwt de organisatie een veerkrach tige supply chain op die bestand is tegen onzekerheden en een posi tieve bijdrage levert aan het ecosysteem. Deferment (afwachting): De organisatie kiest voor een voorzichtige aanpak met strategische pauzes in investeringen, gericht op ‘opera tional excellence’ en kostenbeheersing. De organisatie is een snelle volger en observeert anderen vooraleer zelf te investeren, wat gebrui kelijk is in industrieën waar de druk van regelgeving en een lagere risi cobereidheid de strategie beïnvloeden. Decision (beslissing): De organisatie maakt optimaal gebruik van tech nologie en talent om complexiteit te beheren, met de nadruk op AI, machine learning en realtime data-analyse. De organisatie geeft pri oriteit aan scenarioplanning en realtime zichtbaarheid, en stimuleert een cultuur waarin medewerkers gedijen in dynamische omgevingen en groei ondersteunen door innovatie. “Hoewel CSCO’s in elk van de vier profielen succesvol kunnen zijn, tonen de data aan dat het raadzaam is het Design-profiel te volgen”, besluit Pierfrancesco Manenti. “De nadruk op business model innova tiecapaciteiten zou wel eens het meeste vruchten kunnen afwerpen, aangezien er meer leiders zijn die zich op het Design-profiel richten dan op de andere profielen. Wat de toonaangevende organisaties gemeenschappelijk hebben, is het commitment om zeer gerichte investeringen te doen die zijn afgestemd op hun profiel. Dat is dan ook cruciaal.”
7
VALUE CHAIN MANAGEMENT - MAART-APRIL 2025
VISIE
De juiste combinatie maken is de kunst Panelgesprek: ERP versus best-of-breed
In hun zoektocht naar een toekomstbestendige IT-structuur staan bedrijven voor de keuze: een allesom vattend ERP-systeem of een combinatie van best-of-breed-oplossingen. We zouden zelfs van een eeuwige discussie kunnen spreken. Value Chain Management inviteerde een aantal partijen uit beide kampen voor een debat over de kansen en uitdagingen. Al snel werd duidelijk: vaak is de ideale situatie geen of-of-ver haal, maar een slim samenspel van beide werelden, met het ERP-systeem als stevige kern en zorgvuldig geselecteerde best-of-breed-oplossingen als aanvulling.
D e ERP-leveranciers aan onze tafel werden door drie partijen verte genwoordigd: Marijke Vanbergen, pre-sales consultant bij Priority Software; Tom De Jongh, sales manager bij Exact in België, en Michael De Wilde, business & IT transformation advisor bij SAP-partner Flexso. Aan de andere kant van de tafel zaten enkele aanbieders van best-of-breed-oplossingen: Marc De Mey, directeur van CPQ Belgium, en Olivier Gar myn, salesverantwoordelijke bij Slimstock. Om hun visie te leren kennen over onder meer differentiatie, integratie, complexiteit en de kosten, legden we hun een aantal vra gen en stellingen voor. Differentiërend proces of niet? VCM: Wat is jullie mening over de stelling: met een standaard ERP-pakket kun je je niet van je concurrenten onderscheiden
omdat het te generiek zou zijn. Best-of breed kan een differentiator betekenen? Tom De Jongh: “In situaties waar een bedrijf heel specifieke functionaliteit wil, kan een best-of-breed-oplossing zeker een waarde volle aanvulling vormen, maar bij gebruik van enkel best-of-breed zit de informatie over meerdere systemen verspreid. Je kunt dan al snel het overzicht verliezen. Het grote voor deel van een ERP-systeem is dat het makke lijk integreert met andere apps of oplossin gen. Zo heb je alle informatie in één centraal systeem en één waarheid. In onze App Store zitten bijvoorbeeld al ruim 220 voorgeconfi gureerde oplossingen die naadloos aanslui ten bij onze ERP-oplossingen. En om in te spelen op sectorspecifieke noden, hebben we vier standaard ERP’s die zich elk op een andere sector focussen.” Michael De Wilde: “Veel ERP-systemen zijn gestart vanuit een bepaalde invalshoek, maar
hebben hun functionaliteit in de loop der jaren uitgebreid waardoor je er vaak al een heel eind mee komt. SAP is daar heel ver in gegaan, waardoor het pakket een zeer brede functionaliteit biedt. Maar dat betekent niet automatisch dat een best-of-breed-oplossing geen meerwaarde kan hebben. Als Flexso staan we daar dan ook zeker voor open.” Olivier Garmyn: “Het is verstandig om je keu zes te baseren op de complexiteit van je pro cessen en de USP’s (unique selling propositi ons) van je bedrijf. Slimstock is bijvoorbeeld gespecialiseerd in end-to-end supply chain planning. Als je planningsproces veel SKU’s, veel voorraadlocaties of een complexe ‘bill of materials’ omvat, zal je ERP-systeem op het vlak van voorraadplanning al snel tegen zijn grenzen aanlopen bij het waarmaken van je servicebelofte. Dan zal een best-of-breed oplossing als de onze zeker een differentiator zijn.”
8
WWW.VALUECHAIN.BE
VISIE
De deelnemers aan ons rondetafelgesprek zijn het erover eens dat het ideale scenario vaak bestaat uit een ERP als stevige kern, aangevuld met één of enkele zorg vuldig geselecteerde best-of-breed-oplossingen (vlnr. Marijke Vanbergen, Michael De Wilde, Marc De Mey, Tom De Jongh en Olivier Garmyn).
VCM: Hoe bepaal je als organisatie welke best-of-breed-oplossingen interessant zijn om aan het ERP-pakket toe te voegen? M. De Wilde: “Je moet een onderscheid maken tussen differentiërende en niet-differen tiërende processen. Niet-differentiërende processen neem je het best mee in je ERP; zo’n pakket is daar de ideale facilitator voor. Anders is het voor differentiërende proces sen, waarmee je het verschil kunt maken ten opzichte van je concurrenten. Daarbij moet je je afvragen of de functionaliteit in je ERP die voldoende afdekt. Is dat niet het geval, dan kun je die processen proberen op te vangen met apps binnen dezelfde technologie, of je kunt kijken naar best-of-breed-oplossingen die optimaal inspelen op je noden.” M. Vanbergen: “Wij beschouwen het als onze taak om bedrijven in de juiste richting te stu ren. Soms denken ze bijvoorbeeld dat ze een best-of-breed WMS nodig hebben, maar als
aan te passen aan de software in plaats van andersom? Maatwerk toevoegen is immers duur en beperkt de flexibiliteit. M. Vanbergen: “Echte customisatie moet je in elk geval beperken. We raden bedrijven altijd aan hun processen zoveel mogelijk op de standaard af te stemmen. Dat is in veel geval len ook perfect mogelijk. Dat neemt niet weg dat we soms ingaan op de vraag naar speci fieke ontwikkelingen als die ook voor andere klanten interessant zijn. Maar dan worden die ontwikkelingen uiteindelijk een deel van onze basisoplossing.” M. De Wilde: “Wij hameren er bij onze consul tants continu op dat ze zo dicht mogelijk bij de standaarden moeten blijven. Dat is nodig, want soms is het moeilijk om niet in de vraag van de klant naar maatwerk mee te gaan. Als bedrijven echt iets nodig hebben dat niet in het pakket zit, dan kunnen ze beter naar een best-of-breed-oplossing uitkijken. Die zal vaak
je doorvraagt, onderschatten ze wat onze WMS-module kan. Die kan bij wijze van spre ken met een aan-uitknop worden geactiveerd. Maar er zijn natuurlijk grenzen: een grote logistiek dienstverlener met een uitdagend warehouse management kunnen wij bijvoor beeld niet helpen. Dat geven wij dan ook toe.” M. De Mey: “Best-of-breed-oplossingen komen inderdaad het meest tot hun recht als ze complexere processen kunnen opvangen. Tegelijk moeten organisaties beseffen dat er veel verschillende best-of-breed-oplossingen bestaan. Het is belangrijk daar eerst een goed zicht op te krijgen en vervolgens te bepalen welke oplossing het meest geschikt is om het bedrijf in kwestie te ondersteunen en te diffe rentiëren.” Neen leren zeggen VCM: Wat denken jullie over de stelling: bedrijven doen er goed aan hun processen
9
VALUE CHAIN MANAGEMENT - MAART-APRIL 2025
VISIE
www.slimstock.com
Olivier Garmyn, Business Development Manager bij Slimstock
O.Garmyn@slimstock.com
ook meer mogelijkheden voor de toekomst bieden. Als implementatiepartner is het in elk geval belangrijk dat je in een adviserende rol blijft en niet in de ‘hit-and-run’ rol terecht komt. Anders kun je nooit een partnership op lange termijn uitbouwen.” T. De Jongh: “Ik ben het daar roerend mee eens. Door je bedrijfsprocessen aan te passen, kun je het maximum uit de software halen. Je kunt niet alleen efficiënter werken, je bedrijf wordt ook schaalbaarder. Bij maatwerk komt een hoop kosten voor consultancy kijken en met een standaardpakket kun je direct aan de slag. Moderne ERP-software wordt bovendien steeds flexibeler. In de Premium edities van Exact Online is het bijvoorbeeld mogelijk je software volledig naar jouw unieke bedrijfsprocessen in te richten. Denk aan het toevoegen van extra velden die voor jouw organisatie van belang zijn of het geven van inzichten op maat. Maar als je processen echt zo complex zijn en niet hon derd procent in een standaardpakket pas sen, vullen we het ERP graag aan met speci fieke nicheoplossingen.” M. De Mey: “Wij merken dat het voor som mige aanbieders toch moeilijk is om ‘neen’ tegen de klant te zeggen. Dan worden er – tegen beter weten in – heel veel zaken op maat gemaakt tot er zo veel is gespendeerd dat het bedrijf in kwestie dan toch maar met die oplossing blijft werken, hoe inefficiënt ook. Dat is zonde.” O. Garmyn: “Een best-of-breed-oplossing kies je net omwille van de expertise en de best practices. Het zou zonde zijn om daar dan ach terhaalde processen in te willen integreren. Maar ook als best-of-breed-aanbieder in de supply chain planning niche moeten we soms nee zeggen. Soms komt de vraag om TMS-, WMS- of MES-maatwerk te schrijven, maar dan verwijzen we door naar andere specialisten.” VCM: Wat zijn nog valkuilen voor bedrijven die voor de keuze ERP versus best-of-breed staan? T. De Jongh: “Start-ups, bijvoorbeeld, begin nen vaak met best-of-breed-oplossingen, die ze vervolgens aan elkaar koppelen. Daar
www.cpqbelgium.com
Marc De Mey, Managing Director bij CPQ Belgium
marc.demey@cpqbelgium.com
www.flexso.com
door hebben ze misschien wel de juiste func tionaliteit voor hun bedrijf, maar ze missen een solide basis om op verder te bouwen. Ik zou elke starter aanraden: trap niet in die val en begin meteen met een stevig fun dament, anders loop je het risico dat je na enkele jaren je hele structuur moet omgooien.” O. Garmyn: “Als je als start-up nog niet precies weet wat je nodig hebt, kun je meestal starten met Excel. Daarmee kom je al een heel eind. Vanaf de scale-up-fase zal een gespecialiseerde organisatie een nuttige sparringpartner zijn voor de uit bouw van je operaties, maar in de eerste jaren kan Excel je wel helpen om te ont dekken wat voor jou werkt en wat niet.” M. De Wilde: “Niet alleen start-ups maken die fout. Ook grotere bedrijven bouwen in de loop van de jaren soms een onoverzich telijke ‘spaghetti’ van applicaties, waar ze uit eindelijk tegenaan lopen.” Olivier Garmyn, salesverantwoordelijke bij Slimstock: “ERP-aanbieders zijn generalisten die heel veel behoeften afdekken. Wij zijn dan weer gespecialiseerd in een supply chain niche. Als de keuzes eenmaal gemaakt zijn en je moet gaan samenwerken, is het belangrijk dat je met elkaar door één deur kunt.”
Michael De Wilde, business & IT transfor mation advisor bij SAP-partner Flexso
michael.dewilde@flexso.com
www.priority-software.be
Marijke Vanbergen, Pre-Sales Consultant bij Priority Software
marijke.vanbergen@priority-software.com
www.exact.com
Tom De Jongh, expert ERP bij Exact
tom.de.jongh@exact.com
10
WWW.VALUECHAIN.BE
20 paletten besteld i.p.v. 20 stuks?
In je handelsbedrijf is precisie alles. Dankzij onze slimme handelssoftware voorkom je vervelende fouten.
Vertrouw dus, net als 675.000 tevreden kmo’s, op Exact Cloud Business Software.
Ontdek de voordelen op www.exact.be/handel
Met ongeveer weet je niets. Met Exact weet je alles.
2503154
VISIE
M. Vanbergen: “Het omgekeerde gebeurt ook. Sommige bedrijven starten met een standaard ERP-pakket en proberen er vervol gens al hun sectorspecifieke eisen in onder te brengen. Dat leidt onvermijdelijk tot veel maatwerk. Het is bijvoorbeeld moeilijk de planning binnen de bouwsector volledig in een standaard ERP-oplossing te integreren. Daarom werken wij samen met een gespeci aliseerde partner die via een ‘click-in’-module de bouwgerelateerde planningsfunctionali teit toevoegt.” VCM: Zijn jullie voor mekaar eerder concur renten of partners die, al dan niet gedwon gen, samenwerken om de klant de optimale oplossing te bieden? M. Vanbergen : “ERP-leveranciers en best-of breed-aanbieders kunnen vaak niet zonder elkaar. Ik zou ons dus geen concurrenten noemen.” O. Garmyn: “Daar ben ik het mee eens. ERP-aanbieders zijn generalisten die veel behoeften afdekken. Wij opereren in een
supply chain niche en willen daarin de beste zijn. Wanneer de keuzes gemaakt zijn en je moet gaan samenwerken, dan is het belang rijk dat je samen door één deur kunt.” T. De Jongh: “Precies. In een markt waar de digitale evolutie razendsnel gaat, moeten we samen inspanningen leveren om oplossingen te blijven bieden die zo goed mogelijk aan sluiten op de behoeften van de klant. Daarbij moeten we elkaar in onze kracht zetten. Als iets niet in onze software zit, gaan we kijken of er een koppeling mogelijk is. Zelfs andere ERP-aanbieders zijn vaak geen directe con currenten, omdat we elk een andere focus en specialisme hebben.” M. De Wilde: “Voor SAP ligt dat wellicht iets anders, omdat het pakket zo breed is. Maar als Flexso werken wij net zo goed met andere aanbieders samen als zij waarde toevoegen voor de klant.” VCM: Mogen we aannemen dat een goede begeleiding belangrijk is om bedrijven te hel pen keuzes te maken en te implementeren? O. Garmyn: “Inderdaad. Het is onze taak om de klant in zijn transitie te begeleiden. Je mag het change management niet onderschatten. De medewerkers moeten er vertrouwen in heb ben dat de nieuwe tool beter zal werken dan hun oude, vertrouwde oplossing. Zelfs de beste software zal niet het gewenste resultaat ople veren als mens, proces en technologie niet gea ligneerd zijn.” M. De Wilde: “Wanneer bedrijven een ongeluk kige combinatie van oplossingen gaan ratio naliseren, is dat vaak een uitdaging. Medewer kers zijn nu eenmaal gewend aan bestaande structuren die hen vaak lange tijd goed hebben ondersteund. Dan is een goede begeleiding noodzakelijk om hen te overtuigen van de risi co’s en beperkingen van een verouderd IT-land schap.” M. De Mey: “Een goede begeleiding is essentieel en kan op verschillende manieren verlopen. Je kunt je daarbij laten adviseren door de soft wareaanbieders zelf, maar je kunt bijvoorbeeld ook een onafhankelijke digital transformation manager inschakelen die een bredere kijk op de zaken heeft.”
VCM: Vormt de integratie van verschillende oplossingen tegenwoordig nog een struikel blok? M. De Wilde: “Niet dat je daar licht mag over gaan, maar dankzij API’s en middleware zijn integraties tegenwoordig veel eenvoudiger dan vroeger. Dat biedt veel kansen, maar maakt het ook verleidelijk om te veel oplossin gen aan elkaar te willen koppelen. Je moet er altijd voor zorgen dat het geheel beheersbaar blijft. Een ander aandachtspunt bij integraties is de veiligheid. Aangezien je data tussen ver schillende applicaties gaat uitwisselen, mag je dat aspect niet onderschatten. Grotere bedrij ven hebben daar doorgaans wel oog voor, maar bij de kleinere ondernemingen leeft dat toch minder.” M. De Mey: “Als je met betrouwbare partijen samenwerkt, mag je er wel op vertrouwen dat de integratie op een veilige manier verloopt.” Marijke Vanbergen, presales consultant bij Priority Software: “Wij beschouwen het als onze taak om bedrijven in de juiste richting te sturen. Soms denken ze dat ze een best-of-breed WMS nodig hebben, maar als je dan doorvraagt, onderschat ten ze wat onze WMS-module kan. Maar er zijn grenzen natuurlijk.”
Tom De Jongh, salesmanager bij Exact België: “Start-ups beginnen vaak met best-of-breed-oplos singen die ze dan aan elkaar koppelen. Daardoor hebben ze misschien wel de juiste functionaliteit voor hun business, maar ze missen een solide basis van waaruit ze verder kunnen evolueren.”
12
WWW.VALUECHAIN.BE
VISIE
VCM: In welke mate kan AI de integratie van verschillende oplossingen ondersteunen of automatiseren? M. De Wilde: “AI zorgt er voor dat we datastro men veel beter kunnen analyseren. Daardoor worden onze oplossingen nog robuuster. Het analyseren van datastromen en processen bin nen je ERP-oplossing, met gebruik van AI, kan erg waardevolle inzichten opleveren die dan de basis vormen om processen te verbeteren en te automatiseren. Het lijkt me niet opportuun om AI-optimalisering los te laten op het niveau van je middleware en API’s. Daar staan we vandaag nog lang niet en dat is ook niet meteen een pri oriteit.” O. Garmyn: “Het gebruik van AI om API’s te opti maliseren zie ik ook nog niet meteen gebeuren.
O. Garmyn: “Wij koppelen inderdaad ook steeds vaker aan middleware. Qua veiligheid kun je de nodige garanties bieden wanneer je voor Slim stock Cloudhosting kiest, maar als de infrastruc tuur bij de klant verspreid zit, kunnen wij niet veel anders dan onze ISO27001-standaard te volgen en hopen dat de rest goed gaat.” T. De Jongh: “We merken dat de mogelijkheid om makkelijk met andere softwarepakket ten te koppelen echt een meerwaarde is voor klanten. Maar dan is het wel belangrijk dat dat veilig gebeurt. Als je samenwerkt met de par tijen die hier aan tafel zitten, hoef je je weinig zorgen te maken, maar met de technologische versnelling zijn er ook heel wat aanbieders op het toneel verschenen waarbij je de veiligheid wel in vraag kunt stellen. Alleen al daarom
zou ik afraden in sneltempo veel verschillende best-of-breed-oplossingen na elkaar te imple menteren. Integraties worden steeds makkelij ker en ook de cloud is een katalysator om zaken sneller aan elkaar te knopen, maar doe dat niet op een onbezonnen manier. Vergewis je ervan dat je enkel met betrouwbare partijen samen werkt. Bij Exact laten we in onze App Store enkel partijen toe die we zelf hebben gecerti ficeerd. Tegelijk werken wij ook met een open API, dus in principe kan iedereen connecteren.” M. Vanbergen: “Bedrijven vertrouwen ook op het vlak van veiligheid op onze expertise. Als een klant vraagt te integreren met een bedrijf waar we onze bedenkingen bij hebben op het vlak van veiligheid, zullen we daar niet zomaar mee instemmen.”
Slimme warehouseoplossingen die met je meegroeien Snelle groei, blijvend succes
Optimaliseer je magazijn met slimme technologie en intensieve, op maat gemaakte ondersteuning. Samen maken we jouw magazijn flexibeler, efficiënter en toekomstbestendig.
Neem contact met ons op
13
VALUE CHAIN MANAGEMENT - MAART-APRIL 2025
OPTIMIZING WAREHOUSE PERFORMANCE
elementlogic.nl
VISIE
Dat lijkt me een zeer complexe oefening. AI moet je vooral inzetten waar de technologie de meeste waarde toevoegt. Bij Slimstock gebrui ken we AI bijvoorbeeld om met onze database te chatten en we hebben forecast-algoritmes op basis van AI, wat binnen onze business de meest voor de hand liggende toepassing van AI is.” T. De Jongh: “Akkoord. Ik denk dat de groot ste opportuniteit voor AI zit in het feit dat het toelaat op basis van zeer grote datasets snel inzichten te ontwikkelen. Daarin is AI gewoon veel beter en vooral veel sneller dan de mens.” M. Vanbergen: “Ook bij financiële forecasting kan AI handig zijn om snel inzichten te geven op basis van grote hoeveelheden data.” M. De Mey: “Het is leuk om met AI te experi menteren, maar voor onze oplossing zie ik er nog niet meteen een gamechanger in. Offer tes genereren op basis van AI lijkt me nog niet voor meteen.” VCM: Hoe verhouden de verschillende IT-ar chitecturen zich in het huidige landschap tot elkaar met betrekking tot de ROI?
O. Garmyn: “Op het eerste gezicht lijkt het mis schien voordeliger als je al je processen met je ERP-oplossing kunt opvangen, maar er zijn bedrijven die dat principe te ver doordrijven en dan vroeg of laat tegen de grenzen van hun oplossing aanlopen. Voor specifieke kernpro cessen is een best-of-breed-oplossing aan het einde van de rit altijd goedkoper.” M. De Wilde: “Dat is een continue afweging die je moet maken. Wat de uitkomst is, zal zeer business case-gedreven zijn. Lukt het niet om een differentiërend proces in de standaard op te vangen? Maak dan werk van een business case met een kosten-batenanalyse op basis van de toegevoegde waarde van de oplossing. De ROI daarvan zal vrij eenvoudig te bere kenen zijn. Maar alles begint bij het in kaart brengen van je processen. Zo krijg je al snel een zicht op wat mogelijk past in de perimeter best-of-breed-toepassingen en wat je beter binnen je ERP houdt.” M. Van Bergen: “Je mag ook niet enkel naar je huidige behoeften kijken, je moet ook rekening houden met wat je in de toekomst wellicht nodig zal hebben. Het is aan ons om samen met de klant ook die toekom stige noden bloot te leggen.” T. De Jongh: “In dat opzicht is het handig dat wij binnen Exact bijvoorbeeld een geïnte greerd WMS hebben. Dat is voor de meeste bedrijven al voldoende, zonder dat daar hoge kosten mee gepaard gaan. Als dat bedrijf een zekere maturiteit heeft bereikt, zal de meerwaarde van een best-of-breed WMS duidelijk worden en zal dat bedrijf er klaar voor zijn om daar tijd en energie in te stoppen. In die zin kunnen modules in een ERP-pakket zelfs een katalysator zijn voor meer gespecialiseerde oplossingen.” ‘ERP first’, niet ‘ERP only’ VCM: Wat zouden jullie bedrijven tot slot nog willen adviseren om hun IT-landschap voldoende flexibel en toekomstbestendig te maken? M. Vanbergen: “Laat je als organisatie goed begeleiden. Zeker als je weinig ervaring met dit soort projecten hebt, kan een externe consultant toegevoegde waarde
leveren om door de bomen het bos te blij ven zien. M. De Mey: “Dat vind ik ook een heel belangrijke. Ga op zoek naar een partij die je écht goed kan informeren, met bewezen kennis van de oplossing of oplossingen in kwestie en van je sector.” O. Garmyn: “Ik raad bedrijven aan: analy seer de complexiteit van je processen en weet waar je onderscheidend wil zijn in de markt. Daarvoor kun je dan een geschikte best-of-breed-oplossing zoeken. De andere processen hou je best in je centrale ERP.” T. De Jongh: “Denk ‘ERP first’, maar niet ‘ERP only’. En weet dat een ERP-oplossing ook voor kleinere bedrijven interessant kan zijn. Vroeger waren ERP-pakketten veel minder toegankelijk. En verder: probeer niet te veel tegelijk te implementeren. In die zin is de schaalbaarheid van een oplossing ook heel belangrijk.” M. De Wilde: “Ik zou mijn boodschap kort en krachtig willen samenvatten als KISS: ‘Keep It Simple & Standard’, waarbij je enkel dif ferentieert waar je toegevoegde waarde zit voor je klanten.” TC Michael De Wilde, business & IT transformation ad visor bij Flexso: “Ik ben voorstander van KISS: ‘Keep It Simple & Standard’, waarbij je enkel differentieert waar je toegevoegde waarde zit voor je klanten.”
Mark De Mey, director bij CPQ Belgium: “Het is belangrijk dat je eerst een goed zicht krijgt op het aanbod aan best-of-breed-oplossingen, om vervolgens te kunnen bepalen welke oplossing het meest geschikt is om je te ondersteunen en te differentiëren.”
14
WWW.VALUECHAIN.BE
SUPPLY CHAIN MANAGEMENT
Van Apollo 13 naar Warehouse 5.0 Werken met een kopie van de realiteit biedt toegevoegde waarde
Digital twin, digitale schaduw, artificiële intelligentie (AI) en Internet of Things (IoT) worden in magazijn- en distributieomgevingen steeds vaker in één adem genoemd. Ze zijn alleszins zwaar gehypet. Missen we iets als we ons daar niet in verdiepen en toepassing zoeken voor onze bedrijfsvoering? In dit artikel willen Patrick Smets en Jan De Kimpe, respectievelijk bestuurslid en president bij PICS Belgium, onze kennis hel pen verrijken.
H et idee van een digital twin of digitale tweeling is ontstaan in de vroege jaren 2000, maar de fun damenten ervan gaan nog verder terug. Bij de Apollo 13-missie in 1970 werd een fysieke replica van de capsule op aarde gebruikt om mogelijke problemen op te lossen. Dat was nog geen digitale twee ling, maar legde wel de basis voor simulaties en realtime monitoring. Twee dagen na de lan cering van het ruimtevaartuig ontplofte op 13 april een zuurstoftank, waardoor de beman ning feitelijk schipbreuk leed in de ruimte. Commandant Jim Lovell sprak beheerst de historische woorden: “Ah, Houston, we’ve had a problem”. In de film Apollo 13 (1995) zei Tom Hanks, die de rol van commandant Jim Lovell vertolkte, het iets anders: “Houston, we have a problem.” Maar goed, de film toont aan hoe de replica van de capsule, samen met de inzet van Ken Mattingly (die als ‘command module pilot’ voor Apollo 13 was geselecteerd, maar drie dagen voor de missie werd vervangen
door Jack Swigert) en een team van ingeni eurs, een cruciale rol hebben gespeeld in het veilig terugbrengen van de drie astronauten naar de aarde. De term digital twin werd in 2002 voor het eerst expliciet genoemd door Michael Grieves in een presentatie aan de University of Michi gan over product lifecycle management (PLM). Sindsdien is het concept van de digital twin steeds verder ontwikkeld en heeft toepassin gen gevonden in diverse sectoren, zoals de luchtvaart, de auto-industrie en de gezond heidszorg. Hoewel digital twins, mede dankzij de toene mende integratie van IoT en AI, relatief snel ‘normaal’ werden, vooral in productieomge vingen, blijft de toepassing ervan in magazij nen, distributiecentra en fulfilmentcentra in de Lage Landen nog achter. Leveranciers van magazijnautomatisering en robots benutten digital twins vooral om de ontwerpfase te
versnellen, evenals voor validatie en simula tie van het ontwerp, waardoor er vanuit die hoek enige beweging merkbaar is. En als je die simulatie dan hebt, waarom ze dan niet gebruiken om mensen op alle mogelijke scenario’s te trainen en ze zelfs in te zetten om op dagbasis of gedurende een deel van de dag de dynamische elementen van het maga zijn te testen versus de beschikbare capaciteit? Met name in omgevingen waar magazijnauto matisering in een stroomversnelling zit, wint het concept van een digital twin steeds meer aan terrein. Dat heeft natuurlijk te maken met de stabielere tijd van elke magazijnactiviteit, waardoor de voorspelbaarheid beter is. Valt er voor conventionele magazijnen daadwerkelijk een significant voordeel te halen uit de inzet van deze technologie? Of ligt de meerwaarde vooral in sterk geautomatiseerde omgevingen waar procesoptimalisering een grotere impact heeft, o.a. ook op de investering en eventuele (dure) uitbreiding van capaciteit?
15
VALUE CHAIN MANAGEMENT - MAART-APRIL 2025
SUPPLY CHAIN MANAGEMENT
De drang om alles als digital twin te labelen Nu we de term digital twin steeds vaker tegen komen, moeten we ons de vraag stellen of de term op zich de volledige lading dekt. Hoewel het begrijpelijk is dat we verleid worden door nieuwe, aantrekkelijke termen die de verbeel ding prikkelen, is dat op zich niet erg. Sterker nog, het stimuleert het nadenken (of dromen) over de eindeloze mogelijkheden die deze technologie kan bieden. Een digitale tweeling beschouwen als een rea listische digitale kopie van een fysieke instal latie is slechts een deel van het concept. Er is een tendens om de term digital twin breed te gebruiken om elke digitale representatie te omvatten die een vorm van virtuele-fysieke integratie vertoont. Het is echter belangrijk om onderscheid te maken tussen digital twins en andere digitale modellen of schaduwen om duidelijkheid te waarborgen en te voorkomen dat de betekenis van het concept verwatert. Hoewel het begrijpelijk is dat de verbeelding de vrije loop krijgt, is dat op zich niet erg. Het stimuleert juist het nadenken (of dromen) over de eindeloze mogelijkheden die deze techno logie kan bieden. Twee begrippen zijn interessant om even bij stil te staan of op zijn minst van elkaar te onderscheiden: een digital twin ‘pur sang’ en een digital shadow. Een digital twin pur sang is een interactief, dynamisch model van een fysiek object, pro ces of systeem. Het ontvangt realtime gege vens van de fysieke entiteit en kan in beide richtingen communiceren, wat betekent dat het niet alleen de status van de fysieke objec ten bijhoudt, maar ook feedback kan sturen om de werking ervan aan te passen of te opti maliseren. Een digital shadow of digitale schaduw daar entegen, is een statisch of semi-dynamisch model van een fysiek object. Het ontvangt gegevens van de fysieke entiteit, maar er is geen terugkoppeling of interactie met de fysieke wereld. De ‘shadow’ heeft een geau
de toepasbaarheid van digital twin/digital sha dow, kwamen enkele interessante conclusies naar voren. We gebruiken beide termen om het toekomstdenken te stimuleren en onze gedachten te prikkelen, zodat we innovatieve usecases kunnen bedenken. De toegankelijkheid van simulatie- en design tools wordt steeds groter, waardoor ze cru ciaal kunnen zijn bij het (her)ontwerpen van magazijnen en het optimaliseren van proces sen. Deze tools stellen bedrijven in staat toe komstige scenario’s te simuleren en belang rijke ontwerpkeuzes te valideren voordat fysieke veranderingen worden doorgevoerd. Dat is vooral waardevol in omgevingen waar efficiëntie en ruimteoptimalisering van groot belang zijn. Daarnaast kan een digital twin/ digital shadow een belangrijke rol spelen bij het identificeren en oplossen van (potentiële) bottlenecks in het magazijnproces. Zo kan de technologie bijvoorbeeld congesties detecte ren en de oorzaken daarvan achterhalen.
tomatiseerde eenrichtingsdatastroom tus sen het fysieke object en zijn digitale kloon, d.w.z. een verandering in de toestand van het fysieke object leidt tot een verandering in de toestand van het digitale object, maar niet omgekeerd. Een shadow ontvangt dus automatisch ‘real-world’ data, maar veroor zaakt geen veranderingen terug in de fysieke realiteit op autonome wijze. De digital sha dow biedt een continu overzicht van wat er in het magazijn gebeurt en geeft inzicht in de prestaties, performance en trends. Digital shadows zijn uitermate waardevol in situaties waar monitoring en analyse cruciaal zijn. Of ‘predictive analytics’ en wat-als-simulaties tot deze vorm behoren, laten we in het midden. Zij bevinden zich namelijk in de schemerzone tussen een digital shadow en een digital twin. Kennisdeling als motor voor nieuwe inzichten Uit een recent rondetafelgesprek met supply chain directors, consultants en leveranciers van magazijnautomatisering, met als thema
Bij de Apollo 13-missie in 1970 werd een fysieke replica van de capsule op aarde gebruikt om mogelijke pro blemen op te lossen. Dat was nog geen digitale tweeling, maar legde wel de basis voor simulaties en realtime monitoring.
16
WWW.VALUECHAIN.BE
Made with FlippingBook - Online catalogs