2024 11 VCM

SUPPLY CHAIN MANAGEMENT

FIGUUR 5 Voorbeeld van een kosten-kwaliteit-risico-matrix

© BCI Global

tiefaciliteit in je belangrijkste markt opricht, bij voorbeeld in Duitsland om de Europese markt te bedienen – ofwel kies je voor ‘nearshoring’ – waarbij je kiest voor een kostenefficiënte pro ductielocatie dicht bij je belangrijkste marken. Voor Duitsland kan dat bijvoorbeeld Polen, Tsjechië of Roemenië zijn.” Een scenariogebaseerde aanpak met een beoordeling van elk scenario op basis van de 4 C’s helpt te bepalen welke strategie het best voor jouw specifieke organisatie werkt. “Het is mogelijk dat voor een specifiek product de volumes te klein zijn om er verschillende fabrie ken voor op te zetten, rekening houdend met de nodige investeringen en de beschikbare leveranciers. In dat geval kun je beslissen die producten toch in Azië te blijven produceren”, illustreert René Buck. Trends in huidige context Hoewel het meest ideale scenario per organi satie zal verschillen – vandaar ook het belang van een analyse – zijn er volgens René Buck toch een aantal trends, die zich mede door de externe risicofactoren van vandaag zullen

gebruik van betrouwbare eigen data en inter nationale databases. De bedoeling is dat je al die aspecten oplijst en er vervolgens een score tussen de één en de vijf aan gaat toekennen, waarbij één slecht is en vijf uitstekend. Daarna ga je alle crite ria een gewicht geven op basis van wat voor jouw organisatie belangrijk is. Op die manier kom je tot een kosten-kwaliteit-risico-matrix die toelaat een weloverwogen beslissing te maken (zie figuur 5). In het voorbeeld gaat het om een productiefacili teit, maar dezelfde oefening kun je natuurlijk ook maken voor pakweg een distributie- of assembla gecentrum.” “Uiteraard wil de CFO graag dat je een locatie kiest helemaal rechtsboven in de figuur, waar je het groene gezichtje ziet. Daar liggen immers de locaties met de laagste kosten, de hoogste kwa liteit en het minste risico’s”, besluit René Buck. “Helaas zijn we zo’n locatie nog nooit tegenge komen. Je zal dus steeds een afweging tussen die drie aspecten moeten maken, maar als die oefe ning gebaseerd is op voldoende en betrouwbare data, dan kun je wel de best mogelijke beslissing nemen.” TC

doorzetten: “Van geglobaliseerde, industriële supply chains met een wereldwijde voetafdruk en vrij stromende goederen, zien we een evo lutie naar meer regionale en meer risicoarme en koolstofarme supply chains”, zegt hij. “Dat betekent dat voor steeds meer bedrijven een regio-voor-regio-productieaanpak in het vizier komt. Op die manier kunnen ze wereldwijde supply chain risico’s en transportkosten beper ken, worden ze minder kwetsbaar voor wereld wijde verstoringen, kunnen ze hun CO2-uit stoot reduceren en kunnen ze klanten ook meer garanties geven dat ze hun producten op tijd ontvangen.” Stel dat je binnen een meer regionale strategie een site op een andere locatie wilt vestigen en je hebt pakweg tien locaties in het vizier. Hoe pak je dat aan om je finale keuze te maken? R. Buck: “In dat geval raad ik aan een matrix te maken op basis van de kosten (eenmalige en operationele kosten, kosten van arbeid, …), kwaliteit (bijvoorbeeld de beschikbaarheid van gronden/gebouwen en arbeid) en risico’s (poli tieke en economische risico’s, natuurrampen, financiële risico’s, …). Daarbij maken we zelf

28

WWW.VALUECHAIN.BE

Made with FlippingBook - Share PDF online