VCM_062025_LR

VISIE

wijzigingen of de annulering van bestelbonnen door te geven via Peppol. Wat minder gekend is, is dat er naast transactionele data ook product masterdata binnen het Peppol-netwerk kunnen worden uitgewisseld. Er bestaat zelfs een Peppol Punch Out. Daarbij surft het aankoopsysteem van de koper naar de webshop van de verkoper. Als de koper na zijn aankoop langs de check-out passeert, wordt de inhoud van het winkelmandje naar het aankoopsysteem van de koper doorge stuurd, waarna het normale bestelproces wordt gevolgd. Zo hoeft de klant geen prijzenlijst en catalogus van zijn leverancier meer te onderhou den. De correcte prijzen zitten immers in de web shop van de leverancier. Bovendien staat daar ook realtime informatie over de beschikbaarheid en de levertermijnen. In klassieke O2C-processen heb je dat niet, met als gevolg backorders, her haalde bestellingen, enzovoort.” L. Van Nuffel: “Door de verplichting om e-factu ren via Peppol uit te wisselen, krijgen organi saties alvast een duwtje in de rug. Gaandeweg kunnen ze dan ontdekken wat de voordelen zijn. Maar momenteel voelt de verplichting voor veel bedrijven nog vooral als een zure appel waar ze doorheen moeten bijten, een traject dat vooral extra kosten met zich mee brengt. Terwijl je Peppol beter kunt zien als een opportuniteit om je processen meer te stroomlijnen.” VCM: Hoeveel bedrijven gaan momenteel al verder dan wat wettelijk wordt verplicht op het vlak van documentuitwisseling? L. Van Nuffel: “Eerlijk? Uit de markt komen er nog maar weinig vragen om verder te gaan dan de wettelijke verplichting. Laat ons zeg gen dat er momenteel bij vijf à tien procent van de aanvragen gepolst wordt naar de mogelijkheid om ook orders mee te nemen. Dat zijn dan meestal partijen die al inzet ten op EDI en die beseffen dat ze via Peppol minder koppelingen gaan moeten opzetten. Naar ‘invoice responses’ komen er ook af en toe vragen, omdat bedrijven uiteraard graag inzicht hebben in de status van hun factuur. Nu, ik denk dat het ook aan ons als softwarebe drijf is om bedrijven op de opportuniteiten te

breekt. Het is best mogelijk dat er dan staps gewijs een omschakeling komt. Zo zou het kunnen dat de organisaties die EDI-standaar den beheren voor bepaalde sectoren – zoals GS1 voor de retail en de gezondheidssec tor of Odette voor de automobielsector – opnieuw met hun leden of gebruikers naar de tekentafel gaan. Daarbij kan de intersec torale standaard Peppol BIS het vertrek punt zijn. Vervolgens kunnen daar dan de specifieke sectorale vereisten aan worden toegevoegd in een zogenaamde extensie. De ontwikkeling van die extensies is cruci aal, want de gemene deler – de intersecto rale kern – zal niet volstaan bij documenten zoals leverbonnen, bijvoorbeeld.” L. Van Nuffel: “Inderdaad. Wat de facturen betreft, bepaalt de wetgeving wat er op zo’n document moet staan. Dat is ook voor alle sectoren hetzelfde. Bij leverbonnen kunnen de verschillen heel groot zijn naar gelang de sector.” T. Depoorter: “Je kunt natuurlijk wel pro beren om sectorale vereisten in de inter sectorale standaard te proppen, maar dan bestaat het risico dat bepaalde zaken dan maar in vrije tekstvelden worden gestopt, wat de automatische verwerking kan bemoeilijken. Dat gevaar kennen EDI-ge bruikers maar al te goed. Het is belang rijk dat we bij de transitie naar Peppol niet in dezelfde val trappen.” Wat na de verplichte factuur? VCM: Als bedrijven verder willen gaan met Pep pol dan de wettelijke verplichting, wat is dan de logische volgende stap? T. Depoorter: “In O2C- en P2P-processen in de goederensector is vaak sprake van een ‘three way match’, met minimaal een bestelbon, een leverbon en een factuur. Het meest logisch is om daarmee te beginnen, maar uiteraard zijn er nog meer mogelijkheden. In de financiële supply chain is er bijvoorbeeld ook een antwoord op de factuur mogelijk, waarbij de koper kan informe ren over de status van de factuur in zijn goed keurings- en betaalproces. Het is ook mogelijk

Die identificatiesleutels zitten automatisch vervat in ERP-systemen. Zo’n systeem is dan ook zelf in staat de Peppol Directory pakweg elke 24 uur te bevragen. Op die manier weet het systeem vanzelf of het een factuur al dan niet via het Peppol-netwerk mag verzenden. Die automatisering vermijdt veel manuele interventies.” VCM: In welke mate denken jullie dat Pep pol een alternatief netwerk wordt voor bestaande EDI-toepassingen? T. Depoorter: “We moeten ons geen illusies maken: de oude EDI-wereld zal nog niet meteen verdwijnen. Nog steeds is 95 procent van de EDI-transacties gebaseerd op de oude Edifact/X12-syntaxen. Dagelijks worden nog heel wat EDI-projecten op de oude manier opgestart en die zijn ook nog steeds rendabel. Een belangrijke vraag is hoe de oude EDI-we reld overeind zal blijven als Peppol door goederensector is vaak sprake van een ‘three way match’, met minimaal een bestelbon, een lever bon en factuur. Het meest logisch is om daarmee te beginnen in een Peppol-traject.” Tom Depoorter (C&W Logistics): “In ‘order to-cash’- en ‘procure-to-pay’-processen in de

12

WWW.VALUECHAIN.BE

Made with FlippingBook Online newsletter creator