VCM_062025_LR
VISIE
L. Van Nuffel: “We moeten ook beseffen dat niet alle landen met Peppol werken. In Frankrijk en Roemenië, bijvoorbeeld, werken ze met een ander open netwerk en in Duitsland is Peppol maar een van drie mogelijkheden. Bij internatio nale handelsrelaties moet je daar rekening mee houden. Als je wil dat partners uit die landen ook met Peppol gaan werken, moet je al behoorlijk wat druk zetten.” VCM: Hoe denken jullie dat de uitwisseling van logistieke documenten via Peppol de komende jaren zal evolueren? L. Van Nuffel: “Ik vind het moeilijk om daar uit spraak over te doen. Zoals aangehaald staan de meeste bedrijven nog maar aan het prille begin van hun Peppol-traject. De hamvraag is hoe veel bedrijven verder zullen kijken dan de ver plichting, bijvoorbeeld met de keuze van een toekomstbestendig Access Point, zodat ze van daaruit verder kunnen evolueren richting logis tieke optimalisering via Peppol. Ik denk wel dat de steeds strengere regelgeving vanuit Europa bedrijven kan motiveren om meer documen ten via Peppol te beheren en op die manier een beter en correcter overzicht te krijgen van niet enkel facturen, maar ook orders, laadbonnen, transportdocumenten, enzovoort.” T. Depoorter: “Om te weten waar het naartoe kan gaan, kunnen we wel naar Scandinavië kijken, waar de oorsprong van Peppol ligt. Daar zijn ze sinds een paar jaar aan het experimenteren met de uitwisseling van berichten met en tussen logistieke onderaannemers. Zo hebben ze for maten ontwikkeld voor de planning en uitvoe ring van transportdiensten. Ze hebben ook een bericht gecreëerd om gewichten die zijn vast gelegd via een weegbrug te delen met zowel de transporteur als de zender en de ontvanger van de goederen. Ook werd een leverbon gecre ëerd met de focus op de fysieke opvolging van logistieke stromen, met bijvoorbeeld informatie over logistieke eenheden, laad- en losadressen, levervensters en behandelingsinstructies. Die zaken staan weliswaar allemaal nog in de kinder schoenen, maar het geeft wel een beeld van wat de mogelijkheden kunnen zijn.” TC
vast dat nog maar weinig van hun handelspart ners die berichten al kunnen verzenden of ont vangen. Met andere woorden, je kunt er zelf wel klaar voor zijn om extra documenten via Peppol te verzenden, maar als geen enkele klant of leve rancier die kan ontvangen, heb je geen busines scase. Daarom is het belangrijk dat sectorfedera ties pilootprojecten gaan organiseren. Dat is de beste manier om het verplichte wettelijke kader op het vlak van e-facturen open te trekken naar een vrijwillig businesskader waarin ook andere P2P- en O2C-documenten worden uitgewisseld. Gelukkig zien we intussen wel wat beweging in de markt. Zo wil de bouwsector nu zo’n pilootpro ject organiseren tussen producenten van bouw materialen, handelaars en aannemers.” L. Van Nuffel: “Het is trouwens een misvatting om te denken dat grote organisaties eerder klaar zul len zijn met de wettelijke verplichting dan klei nere bedrijven. Bescheiden organisaties maken immers vaak gebruik van kleinere facturerings pakketten die al heel lang de Peppol BIS-factuur ondersteunen. Grote bedrijven daarentegen moeten vaak individuele en complexere trajecten opstarten, waardoor de doorlooptijd om in orde te zijn veel langer is. We merken ook duidelijk dat grotere bedrijven de omschakeling veel vaker voor zich uitschuiven.” VCM: Hoewel de uitwisseling van logistieke documenten via Peppol voor het gros van de bedrijven nog toekomstmuziek is, mag het intussen wel duidelijk zijn dat er veel mogelijk heden zijn. Zijn er ook beperkingen waar onder nemingen rekening mee moeten houden?” T. Depoorter: “Uiteraard is er nog werk aan de winkel, maar technologisch is er al veel mogelijk. Er zijn inderdaad nog andere aspecten waar we rekening mee moeten houden. Dan denk ik meer bepaald aan de eCMR en documenten die gelinkt zijn aan het transport van afval en gevaarlijke stof fen. Blijkbaar zou Europa dat netwerk het liefst zelf in handen houden en daarvoor een ander netwerk willen gebruiken met ongeveer dezelfde bouwstenen als Peppol. Europa heeft er in het verleden trouwens zelf voor gekozen om het Pep pol-netwerk over te dragen aan de internationale vzw OpenPeppol.”
wijzen en zo mee het vliegwiel in gang te krij gen.” T. Depoorter: “Dat we voorlopig helemaal nog niet ver staan, blijkt ook uit de cijfers. Wanneer bedrij ven vandaag hun handelspartners in de Peppol Directory opzoeken, krijgen ze vaak niet meer te zien dan dat zij de Peppol BIS-factuur en kre dietnota kunnen ontvangen. Van alle Belgische bedrijven in de Peppol Directory heeft nog maar 0,25 procent documenttypes die verband hou den met de bestel- en leverbon geregistreerd.” Tijd voor initiatief VCM: Welke sectoren of bedrijfsgroottes zullen volgens jullie als eerste overschakelen naar een bredere uitwisseling van documenten via Pep pol? En kunnen jullie al pilootprojecten delen waarbij logistieke processen via Peppol worden geoptimaliseerd? T. Depoorter: “Momenteel zijn bedrijven vooral naar elkaar aan het kijken. Sommige van onze klanten zouden graag naast facturen ook bestel- en leverbonnen uitwisselen, maar dan stellen ze Lieven Van Nuffel (Generix): “Als klassieke EDI-pro vider zijn we goed geplaatst om de rol van Peppol Access Point in te vullen, omdat we het gewend zijn de vertaling tussen interne formaten van softwarepakketten en standaarden op te nemen.”
13
VALUE CHAIN MANAGEMENT - MEI-JUNI 2025
Made with FlippingBook Online newsletter creator