VCM2024_05
WAREHOUSE MANAGEMENT
“Dat is 38 hectare meer dan wat er momenteel beschikbaar kan komen.” De POM West-Vlaanderen is zich bewust van dat onevenwicht. Ze adviseert onder andere om meer in te zetten op reconversie: oude bedrijventerreinen als dusdanig inge kleurd houden en bijvoorbeeld niet zomaar in woongebied omzetten. “Maar we moeten bovenal ook zuiniger met de beschikbare grond omgaan. De hectares die er zijn, moeten we gewoon beter benutten.” Volgens Eric Vandenbussche is er in de sector sprake van disruptie. De druk komt van diverse kanten. Er is de betonstop, die de drempel voor nieuwbouw hoger moet maken. “Tegelijk moeten we ons aanpassen aan de klimaatver andering. Ook daar is grond voor nodig. Net als voor landbouw, wonen en industrie”, zegt hij. “Iedereen vraagt om extra ruimte, alleen is er in Vlaanderen niet zomaar grond beschikbaar om naar believen op te souperen.” Achterhaalde wetgeving Eric Vandenbussche roept daarom in de eerste plaats op om verspilling van ruimte tegen te gaan. Dat kan bijvoorbeeld door de wetgeving bij te sturen. Bepaalde regelgeving is door de praktijk ingehaald en maakt de zaken onnodig complex. De CEO verwijst onder meer naar de beperking om tot een maximumhoogte te bouwen. Op veel plaatsen is het mogelijk zonder hinder een grotere hoogte aan te houden. Al kan dat niet overal. “Zeker in combinatie met de zogenaamde 45°-regel, waarbij de afstand tot de rooilijn gelijk moet zijn aan de hoogte van het gebouw.” Dat leidt volgens Eric Vandenbussche onver mijdelijk tot verspilling. “Die beperking is achterhaald.” “Soms zijn de gestelde voorwaarden ronduit absurd, zoals de verplichting om een bufferzone met een groenscherm aan te leggen tussen een industrieterrein en een aanpalend natuur gebied”, meent hij. “Het heeft er wellicht mee te maken dat we in Vlaanderen nog te vaak de aandrang voelen om onze indus trie weg te stoppen. Dat is nergens voor nodig. We moeten net
fier zijn op onze industrie, maar tegelijk ook de grond die we daarvoor nodig hebben zo efficiënt mogelijk inzetten.” Eric Vandenbussche geeft de inplanting van groentebedrijf Ardo als voorbeeld. “Dat gebouw is groot en hoog. Het staat midden in de velden, maar het sluit mooi aan op de omgeving.” Zo kan het dus ook. De hoogte in Voor Eric Vandenbussche ligt de oplossing voor de hand. “Door in de hoogte te bouwen en op nieuwe technologie in te zetten, realiseren we een dubbel voordeel. Het laat toe veel ruimte te winnen en tegelijk de voetafdruk van een logistiek gebouw te drukken.” De rol van IT blijft daarbij schromelijk onderschat. “IT kan er voor zorgen dat met gebruik van traditionele magazijn technieken er toch een belangrijke impact is op de voetafdruk van een warehouse. Het gaat dus niet enkel over nieuwe tech nologie die gebruik maakt van de hoogte.” Wie die ecologische voetafdruk onder controle wil krijgen – en houden – zet dus beter optimaal in op het gebruik van moderne technologie. “Tegelijk mag je natuurlijk ook geen ruimtefobie ontwikkelen”, meent Eric Vandenbussche. “Om een logistieke dienst te verlenen, hebben we nu eenmaal ruimte nodig. Het uitgangspunt moet daarom altijd eerst de logistieke efficiën tie zijn, samen met het niveau van de klantenservice dat je wil aanbieden en de mate waarin je je flexibel wil opstellen in de markt. Met dat gegeven als uitgangspunt ga je vervolgens aan de slag om je voetafdruk te minimaliseren.” Inspiratie uit Hongkong Waar Eric Vandenbussche voor pleit, is het harmonieus op elkaar afstemmen van een economisch verantwoord ware house met ecologisch verantwoord ruimtegebruik. Hoe dat optimaal gebeurt, kunnen we symboliseren door te denken aan Hongkong. “Daar is ruimte nog veel schaarser dan bij ons. Wil je in Hongkong iets doen, dan moet je de hoogte in. Zo verschillend met Vlaanderen is dat niet. Ook bij ons is er
35
VALUE CHAIN MANAGEMENT - MEI 2024
Made with FlippingBook - Online Brochure Maker