2021 03 VCM

Supply Chain Fiscaliteit

Supply Chain Fiscaliteit

onder meer dierlijke, plantaardige en gezondheids producten is het de bedoeling dat vanaf dan ook meer fysieke controles en/of monsternemingen zullen plaatsvinden. Het verlaten van de EU heeft ook tot gevolg dat het vervoer van accijnsgoederen vanuit de EU naar het VK niet meer onder de interne EU-procedures valt. Dat betekent dat die goederen niet langer in het VK kunnen worden binnengebracht onder dekking van het EU accijnsschorsingssysteem. Dat systeem laat toe dat op goederen geen accijnzen hoeven te worden betaald zolang ze niet voor verbruik bestemd worden (lees: in de winkelrekken terechtkomen). Waar voordien de plaatsing onder het EU-mechanisme voor een schorsing van de accijnzen van vertrek- tot eindpunt zorgde en dit zonder verdere formaliteiten verliep, loopt het systeem nu slechts tot aan de EU buitengrens. Nu moeten er export- en importformaliteiten worden vervuld, om tot slot het schorsingssysteem toe te passen voor de goederenbeweging in het VK. De toepassing van de douane-transitregeling kan hier enig soelaas bieden, maar feit blijft dat de administratieve complexiteit van deze handelingen toeneemt. Daarbij geldt overigens een en ander evenzeer voor bewegingen in de tegenovergestelde richting. Praktisch nog hebben Britse aangevers niet langer toegang tot het EMCS (Excise Movement and Control System). Ook zullen ze zich niet meer kunnen registreren in SEED (System for Exchange of Excise Data) en evenmin zullen ze nog een e-AD (elektronisch administratief document) kunnen aanmaken. Een andere implicatie heeft te maken met de btw. Naargelang de Incoterm die op de transacties wordt toegepast, zullen exporteurs in het VK mogelijk als een btw-geadresseerde moeten optreden en daardoor over een Brits btw-nummer moeten beschikken. Dat is bijvoorbeeld van toepassing voor de Incoterm DDP (Delivery Duty Paid, waarbij de exporteur zelf het transport organiseert). In dat geval zal zowel de verkoop in het Verenigd Koninkrijk als de invoer zelf onderworpen zijn aan VK-btw. Wat de invoer-btw betreft, kan wel van de nieuwe, door het VK voorziene verleggingsregeling gebruik worden gemaakt. Daarbij wordt de btw niet via de invoeraangifte voorgefinancierd, maar kan ze via de eerstvolgende btw-aangifte worden afgehandeld.

Eveneens belangrijk te melden is dat men voor handelspartijen in het VK de Europese VIES-databank, waarmee men de geldigheid van een btw-nummer kan verifiëren, niet langer zal kunnen raadplegen. Europese oorsprong van producten aantonen In 2019 was de EU goed voor meer dan de helft (52%) van de invoer in het VK (waarde: 415 miljard euro) en exporteerde het VK 43% van zijn totale export naar de EU (325 miljard euro). Quota en invoerrechten zouden die balans een behoorlijke knauw kunnen geven. Dat het akkoord een belangrijk hoofdstuk omvat waarin het VK en de EU elkaar toegang verlenen tot hun markt, was dan ook een welgekomen opsteker. “Maar,” waarschuwt Daan De Vlieger, director Global Trade Advisory bij Deloitte, “dat geldt enkel voor die ondernemingen die met hun producten aan de nodige materiële oorsprongvoorwaarden en aan de bijhorende formaliteiten kunnen voldoen. Door de globalisering van onze economie zijn er inmiddels talloze fabrikanten die bij hun productie heel wat grondstoffen of onderdelen gebruiken die uit niet-EU-landen afkomstig zijn. Dat kan ertoe leiden dat het eindproduct finaal niet als een EU-product kwalificeert, en dus niet van de vrije handel met het VK kan genieten. Hetzelfde geldt voor EU handelaars die hun koopwaar buiten de EU inkopen. Die producten zullen dus wel aan invoerrechten worden onderworpen en deze kunnen aanzienlijk oplopen, tot meer dan twintig procent.” Daan De Vlieger meent dat de maakindustrie daarom veel meer handelsbarrières zal kennen dan bijvoorbeeld de voedingsindustrie, die over het algemeen veel meer grondstoffen uit de EU gebruikt. “Maar ook dat moet ik onmiddellijk nuanceren”, benadrukt hij. “Want bedrijven die in hun voedingsproducten bijvoorbeeld rijst verwerken, zullen moeten aantonen dat die rijst afkomstig is uit de EU of dat zij binnen de EU het product voldoende bewerken zodat het eindproduct alsnog als zijnde van EU-origine wordt erkend.” Wat al dan niet ‘voldoende’ is, mogen bedrijven daarbij niet naar eigen inzicht bepalen. “Het akkoord bevat hierover een erg uitvoerige en technische reglementering waarmee bedrijven die tariefvrij met het VK willen handelen, zullen moeten leren omgaan”, zegt Daan De Vlieger nog. Producenten en handelaars die goederen vanuit een derde land, bijvoorbeeld China, in de EU invoeren om ze vervolgens aan klanten in het Verenigd Koninkrijk door te verkopen, riskeren bovendien twee keer

invoerrechten te moeten betalen, in de EU én in het VK. Om dat te vermijden, kunnen ze ervoor opteren de goederen in de EU onder een bijzondere douaneregeling te plaatsen (denk aan een douane entrepot of actieve veredeling) om ze nadien, onder de douaneprocedure ‘wederuitvoer’ naar het VK te exporteren. Meer papierwerk Naast het voldoen aan de materiële voorwaarden (lees: de al dan niet preferentiële oorsprong voor het product bepalen) zijn er nog een heleboel formaliteiten waaraan de producent moet voldoen om de zending vrijgesteld te zien worden van douanerechten. Om het nodige attest van oorsprong te mogen opstellen, en dus aan te tonen dat het product de EU preferentiële origine heeft, moet de uitvoerder doorgaans het statuut hebben van geregistreerde exporteur (REX), met bijhorend individueel REX nummer. Daarnaast moet hij een oorsprongsadministratie bijhouden, certificaten of verklaringen bij zijn leveranciers opvragen, een oorsprongsverklaring aan zijn VK-klant bezorgen, … Daan De Vlieger: “En dat is niet altijd even vanzelfsprekend. Zo heb ik een klant die industriële goederen produceert en moeite heeft om de oorsprongsbewijzen te verkrijgen voor bepaalde onderdelen die hij gebruikt en die hij in de EU aankocht. Daardoor kan hij zelf geen preferenties richting het VK claimen.” Het vrijhandelsakkoord tussen het VK en de EU is trouwens heel specifiek en bevat niet exact dezelfde voorwaarden als de vrijhandelsakkoorden die de EU eerder al met andere landen, zoals Zwitserland of Noorwegen, heeft afgesloten. “En dat draait daarom niet altijd zo negatief uit”, meent Daan De Vlieger. “Zo is er een producent van aardappelproducten die zijn goederen niet onder preferentiële voorwaarden naar Chili – waarmee de EU eveneens een vrijhandelsakkoord heeft afgesloten – kan exporteren, maar wel naar het VK. Hij bespaart daarmee om en bij de zestien procent invoerrechten.” De eerste weken van 2021 hebben alvast pijnlijk duidelijk gemaakt dat een geschreven akkoord niet betekent dat het onmiddellijk uitvoerbaar is. D. De Vlieger: “Ik ken een producent van tuinmachines die zijn goederen voorlopig niet kan verzenden omdat de verschillende partijen niet tot een akkoord komen over wie de formaliteiten op zich zal nemen. Zo lang

dat niet gebeurt, kunnen de goederen de grens natuurlijk niet over of zouden ze dat althans niet mogen.” Het blijkt ook niet altijd evident om een geschikte douanevertegenwoordiger in het VK te vinden. Zo is er een producent van hifimateriaal met Europese oorsprong die zelf in het VK wil invoeren, maar het moeilijk heeft daar iemand te vinden om hen te vertegenwoordigen.” Logistieke sector lijdend voorwerp Daan De Vlieger merkt op dat logistieke bedrijven door de bank genomen goed voorbereid zijn op de brexit. “Als het sputtert, ligt het meestal aan zaken waar zij geen vat op hebben. Ze geraken bijvoorbeeld niet aan bepaalde vergunningen of registraties in de diverse landen waarmee ze werken, waardoor zij hun klanten niet alle diensten kunnen aanbieden.” Daan De Vlieger merkt op dat logistieke bedrijven door de bank genomen goed voorbereid zijn op de brexit. “Als het sputtert, ligt het meestal aan zaken waar zij geen vat op hebben. Ze geraken bijvoorbeeld niet aan bepaalde vergunningen of registraties in de diverse landen waarmee ze werken, waardoor zij hun klanten niet alle diensten kunnen aanbieden.” Maar de grootste hindernissen blijken hun klanten te zijn die niet allemaal goed zijn voorbereid. “Het zijn de klanten die moeten zorgen voor de instructies, de gegevens, de certificaten, e.d., want zonder die zaken kan een logistiek dienstverlener niet verder”, besluit hij. AM

Value Chain Management / Business Logistics Online Magazine - Maart 2021

Value Chain Management / Business Logistics Online Magazine - Maart 2021

56

57

Made with FlippingBook Ebook Creator