2024 11 VCM
WAREHOUSE MANAGEMENT
produceert. Via ‘just-in-time’ logistiek breng je onderdelen binnen de kortste tijd tot bij de klant, interne afdeling of externe opdrachtge ver.” Voor welke toepassingen? Additieve productie associëren we spontaan met de vervaardiging van onderdelen. “Het klopt dat de technologie daar het sterkst is ingeburgerd”, beaamt professor Vejrum Wæhrens. “Het virtuele magazijn biedt bij voorbeeld het geknipte antwoord wanneer een vrij uniek onderdeel binnen een produc tieproces om vervanging vraagt of niet lan ger via de klassieke kanalen beschikbaar is.” Collega-onderzoeker Lasse Staal stelt dat er vaak een zekere complexiteit geldt bij oudere onderdelen. “Kleine volumes produceren van dergelijke componenten die niet langer con ventioneel te verkrijgen zijn, gaat gepaard met een hoog prijskaartje en een lange tijds spanne. Dan kan additieve productie via een virtueel magazijn voordeliger blijken.” De onderzoekers geven aan dat het virtuele magazijn niet enkel voor grootspelers is weg gelegd. “Het is perfect mogelijk dat een refe rentiebedrijf het virtuele magazijn en addi tieve productie ‘as-a-service’ openstelt naar andere gebruikers”, zegt Lasse Staal. “Op die manier ontstaat er schaalvergroting en kos tenvoordeel voor beide partijen.” Casestudy Om het potentieel van het virtuele maga zijn en de aandachtspunten te identificeren, werkte het onderzoeksteam een casestudy uit bij een groot Deens productiebedrijf. “De onderneming in kwestie gelooft dat het virtu ele magazijn helpt om de veerkracht van sup ply chains te vergroten en offshore produc tie- en voorraadkosten te verlagen. Bovendien verwacht het bedrijf dat het uitvalpercentage verkleint en de impact op het milieu afneemt. Het virtuele magazijn moet er ook voor zor gen dat het bedrijf snel alternatieve leveran ciers vindt voor producten in kleine volumes en met een hoog risico op uitputting”, duiden de onderzoekers. “Die denkoefening wijst op het belang van de beschikbaarheid van digitale gegevens over de technische kenmerken en de supply chain”, stipt professor Wæhrens aan. “We integreren die data in een gemeenschappelijke database,
die fungeert als onderdelenselectietool. Die tool moet vergelijkingen met referentieonder delen mogelijk maken om de gewenste kwa liteit te bereiken en validatie toe te laten. Bij bedrijven die digitale data van hoge kwaliteit ontberen, moeten experts een onderdelense lectieproces aansturen. Daarop volgt dan kwa liteitsvalidatie.” Uitdagingen De casestudy onthult verschillende uitdagin gen bij het implementeren van een virtueel magazijn. Die situeren zich onder meer op het vlak van de beschikbaarheid van gege vens, het vinden van een geschikte selec tietool en de kwaliteitsvalidatie. “Dat traject vergt aandacht en voorbereiding, aangezien een gebrek aan digitale representaties van de onderdelen een succesvol project in de weg staat”, beklemtoont Lasse Staal. “In het bijzon der speelt dat een bepalende rol bij de virtuele opslag van oude onderdelen die met conven tionele productiemethoden zijn vervaardigd en waarvoor mogelijk geen CAD-bestanden of gedigitaliseerde productie- en kwaliteitsbor gingsprotocollen beschikbaar zijn.” Een tweede belangrijke uitdaging heeft betrekking op de digitalisering en virtualise ring van de productie en levering, en op de daaropvolgende productkwaliteitsborging. “On demand-productiemethodes verschillen sterk van conventionele productiemethodes op het vlak van kwaliteit en functionele pres taties”, zegt professor Wæhrens. “De geschikt heid voor het vooropgestelde doel hangt af van de vereisten, de volledigheid van de digi tale gegevens en de gehanteerde methode.” Raamwerk Om dergelijke uitdagingen aan te pakken, is er volgens de studie nood aan een raam werk. Dat raamwerk beantwoordt vragen met betrekking tot de beschikbaarheid van digi tale tekeningen, de mogelijkheid om onderde len meteen te maken en het kwaliteitsniveau bij productie op verschillende locaties. “Het raamwerk dat uit dit onderzoek voortvloeit, verschilt van klassieke bevindingen door de focus op oudere onderdelen en de geschikt heid ervan. Bovendien is onze onderdelen selectietool in staat componenten uit het onderdelenportfolio te vergelijken met refe rentieonderdelen. Ook omvat het procesvali datie en procesverbetering om de gewenste
kwaliteit te bereiken, met de mogelijkheid via een bijgewerkt referentieonderdeel naar het onderdelenselectieproces terug te koppelen. De selectietool leert dankzij die aanpak con tinu bij, wat resulteert in een voortdurende verbetering van het onderdelenselectiepro ces”, meent de professor. Zelfkennis De onderzoekers hopen een vervolg aan dit onderzoek te breien en het raamwerk ver der uit te rollen. Daartoe staan ze open voor nieuwe samenwerkingen met de bedrijfswe reld. “Wat mij tijdens dit onderzoek opvalt, is de beperkte kennis van de eigen noden. Wei nig bedrijven lijken te weten welke cruciale onderdelen niet vlot verkrijgbaar zijn via con ventionele productiemethodes en waar het virtuele magazijn mogelijk hiaten kan oplos sen. Dergelijke inzichten zijn uiteraard van goudwaarde bij het uitwerken van een busi nesscase rond het virtuele magazijn”, besluit Lasse Staal. KD Het volledige onderzoek is beschikbaar via open access: Elham Sharifi, Atanu Chaudhuri, Saeed D. Farahani, Lasse G. Staal, Brian Vej rum Waehrens, Virtual warehousing through digitalized inventory and on-demand manu facturing: A case study, Computers in Industry, Volume 164, 2025. https://www.sciencedirect.com/science/arti cle/pii/S016636152400112X Lasse Staal, Nexa3D: “Een gebrek aan digitale representaties van de onderdelen staat mogelijk een succesvol project in de weg.”
49
VALUE CHAIN MANAGEMENT - NOVEMBER-DECEMBER 2024
Made with FlippingBook - Share PDF online