VCM_102020_LR

SUPPLY CHAIN MANAGEMENT

Dat komt voor een stuk omdat de ‘aaibaar heidsfactor’ bij een cobot hoger ligt. Ver der kunnen de medewerkers er gemakkelijk zelf mee experimenteren. De acceptatie verhoogt nog als ze merken dat de cobot de minder aangename taken van hen over neemt. Na verloop van tijd gaan medewer kers soms zelfs extra toepassingen voorstel len. Zeker in het geval van jonge mensen – die het fijn vinden om met innovatieve ontwikkelingen aan de slag te gaan – kun nen cobots een manier zijn om hen aan je bedrijf te binden.” Coronacrisis als katalysator? VCM: Welke invloed heeft de coronacrisis op de vraag naar cobots? C. Janse: “In het voorjaar stokte de vraag gezien de grote onzekerheid die op ons afkwam. Voor een deel kwam dat ook omdat dat integratoren eerst hun demorobots ging uitleveren om werkkapitaal te besparen. Maar tegen de zomer heeft de vraag zich helemaal herpakt. In juli hebben we zelfs 2,5 keer zoveel omzet geboekt tegenover dezelfde maand vorig jaar. Sinds de coron acrisis zoeken bedrijven nog actiever naar oplossingen waar mensen en machines – no social distancing needed – elkaar kunnen aanvullen. Verder zorgt de toenemende onzekerheid in de supply chain er al een tijdje voor dat steeds meer productie- en logistieke activiteiten terugkeren naar waar de afzetmarkt zich bevindt. De coronacrisis zal die trend naar ‘reshoring’ enkel verster ken. Maar we weten allemaal dat arbeids krachten in België niet alleen schaars, maar ook duur zijn. Cobots kunnen de taken met weinig toegevoegde waarde opnemen, zodat de arbeidskosten binnen de perken blijven. We verwachten dan ook niet dat de coronacrisis een negatieve impact op de cobotmarkt zal hebben, eerder het tegen deel.” Mogelijkheden en beperkingen VCM: De technologische ontwikkelingen staan niet stil. Welke evoluties hebben cobots de voorbije jaren doorgemaakt?

In orderpickomgevingen kun je makkelijk te picken items aan een station met cobot toewijzen, terwijl de moeilijker te behandelen items naar een station met een medewerker gaan.

C. Janse: “Twee jaar geleden heeft Teradyne, het moederbedrijf van Universal Robots, MiR overgenomen. Dat heeft de mogelijkhe den van onze cobots nog vergroot. Terwijl wij onze cobottechnologie leveren, is MiR gespecialiseerd in AMR-technologie (auto nome mobiele systemen). Dat zorgt ervoor dat we nu binnen ons eigen ecosysteem perfect autonoom rijdende cobots kunnen leveren. In maart hebben we trouwens 33 miljoen euro geïnvesteerd in een nieuwe hub in het Deense Odense, waar zowel UR als MiR zijn thuisbasis krijgt. Dankzij de sterk evoluerende visietechno logie kunnen cobots die orderpicken, ook steeds beter producten herkennen. Dat maakt het mogelijk steeds meer verschil lende producten met een cobot te verza melen.” VCM: We mogen ervan uitgaan dat ook de mogelijkheden om producten te grijpen continu verbeteren? C. Janse: “De ontwikkelingen op dat vlak zijn amper bij te houden. Die stimuleren

we bovendien sterk binnen ons UR+ eco systeem. Via dat softwareplatform kunnen derden producten voor UR-cobots ontwik kelen. Dat kan bijvoorbeeld gaan om grij pers, visietechnologie en allerlei accessoires. In elk werelddeel neemt een divisie al die ontwikkelingen onder de loep. Voor Europa is dat onze afdeling in München. Daar tes ten we onder andere of we te maken heb ben met industriële kwaliteit en of er geen bugs zitten in softwarecomponenten. Wordt het product UR+-gecertificeerd, dan komt het op onze website terecht. Daar kun nen gebruikers het product bestellen om er ‘plug & play’ hun cobot mee uit te rus ten. Intussen staan er zo’n 400 accessoires online. Daarnaast werken de 3000 ontwikke laars die actief zijn op het platform continu aan nieuwe zaken.” VCM: Welke rol speelt de opmars van artifi ciële intelligentie bij de evolutie van cobots? C. Janse: “Als we over AI in cobots spreken, hebben we het vooral over allerhande sen soren (geluid, temperatuur, licht, …) en

36

W W W . V A L U E C H A I N . B E

Made with FlippingBook - Online magazine maker