VCM_112025_LR

VISIE

Niet langer toekomstvisie, maar realiteit De Slimme Fabriek: de rol van vertrouwen in productiesystemen De combinatie van digitalisering, automatisering en geconnecteerde technologieën probeert productie bedrijven efficiënter, flexibeler, en responsiever te maken in een productiewereld gekenmerkt door ver scheidene uitdagingen: tekort aan arbeidskrachten, klanten die steeds snellere levertijden verwachten, geopolitieke onzekerheden en strenger wordende duurzaamheidsdoelstellingen. De huidige generatie aan geavanceerde technologie heeft echter ook een grote impact op de mens. In dit artikel delen Ignace Decroix, doctoraal onderzoeker aan Vlerick Business School en UGent, en Ann Vereecke, professor Operati ons and Supply Chain Management en partner bij Vlerick Business School, de bevindingen van een onder zoek naar het vertrouwen van medewerkers in productiesystemen.

Z oals gezegd is de impact van nieuwe, geavanceerde techno logieën op de mens erg groot. Enerzijds ondersteunen die tech nologieën het menselijk kennen en kunnen, anderzijds blijft het succes van technologie afhankelijk van de bereidwil ligheid van de mens om ermee te werken en – vooral – erop te vertrouwen. In samen werking met Delaware BeLux trok Vlerick Business School naar het werkveld om te onderzoeken wat bepaalt of medewerkers vertrouwen hebben in slimme productie technologieën. Want daar ligt immers in belangrijke mate de sleutel tot succes. Van Industrie 4.0 naar Industrie 5.0 Sinds de lancering van Industrie 4.0 (I4.0) op de Hannover Messe in 2011 ligt de nadruk op de digitalisering van productieprocessen. I4.0 bouwt op de belofte van verschillende, vaak digitale, technologieën om productie

processen te optimaliseren. Men verwacht daarbij een intelligent productie-ecosys teem dat uiterst responsief is ten opzichte van bovengenoemde uitdagingen. Die fabrieken worden ook wel ‘Slimme Fabrieken’ (SF) genoemd. Zij kenmerken zich door een intens gebruik van techno logieën – doorgaans geconnecteerd met elkaar, intelligent en autonoom. Ze wor den ingezet om verschillende taken, zoals materiaalbehandeling, kwaliteitscontrole en productieplanning, rigoureus te stroom lijnen. Een eerste voorbeeld is een digitale productieassistent (DPA) die operatoren van realtime inzichten voorziet. Die technologie ondersteunt operatoren om succesvol door heen complexe taken te navigeren en beslis singen te nemen. Een tweede voorbeeld is computervisie en beeldclassificatie om productkwaliteit te controleren. Onregelma tigheden, haast onzichtbaar voor het blote oog, worden toch opgemerkt met behulp

van technologie. Productiebedrijven sparen zo herbewerkingskosten uit en leveren een hogere kwaliteit aan de eindklant. Fabrieksoperatoren zien daardoor hun takenpakket evolueren: zij zijn niet langer de praktijkgerichte kracht van weleer, maar worden vaker ingezet om verschillende acti viteiten (zoals controle, inspectie en voor spelling) te superviseren. De operator komt tussenbeide wanneer oordeelsvermogen en creatieve oplossingen nodig zijn. Het World Economic Forum gaf hun daarom de toepas selijke naam ‘orkestrator’: een coördinator die slimme systemen aanstuurt, bijstuurt en kritisch evalueert. Omwille van die stijgende afhankelijkheid tussen mens en technologie, pleit Industrie 5.0 (I5.0) steevast voor een symbiotische relatie tussen mens, data en machine, waar bij productiebedrijven actief op die relatie moeten inzetten. Wanneer hun medewer

8

WWW.VALUECHAIN.BE

Made with FlippingBook - Online catalogs