VCM Oktober_converted.pdf OK
PLANNING
Efficiëntiecurve Joan Stip wijst in zijn studie naar de afweging tussen de dienst verlening voor de klant en het kostenplaatje. “Managers en besluitvormers wegen het beheer van de onderdelenvoorraad af – aan de hand van de totale kosten voor het bijhouden van de voorraad en het transport – met de totale wachttijd voor de klant. De totale kosten zijn belangrijk om een winstgevend bedrijf te runnen en de aandeelhouderswaarde te verhogen, terwijl de totale wachttijd een belangrijke parameter voor klanttevredenheid vormt.” “We hebben de resultaten van het oorspronkelijke algoritme, de aanpassingen van de planners en het algoritme met geïnte greerde menselijke aanpassingen – ook wel het gedragsmodel genoemd – met elkaar vergeleken. Ik integreerde een gedrags model dat geen rekening houdt met het endowment-effect en een gedragsmodel dat het wel in zijn suggesties meeneemt. Als we inzoomen op de situatie waarbij je de manuele aanpas singen achteraf doorvoert, dan bevinden de prestaties zich ver van de efficiënte grens op het vlak van zowel kosten als wachttijd. Bij het aangepaste algoritme dat geen rekening houdt met het endowment-effect ligt de nadruk sterker op de voorraaduitvalkosten, wat resulteert in een duurdere oplos sing met minder wachttijd. Het algoritme met uitvlakking van het endowment-effect presteert nagenoeg even goed als het oorspronkelijke algoritme, maar veel beter dan het model met manuele inbreng achteraf.” Menselijke input blijft nodig Prof. Jan Fransoo noemt het onderzoek van Joan Stip een eerste stap om goede van slechte aanpassingen te onderschei den. “Het verzamelt bouwstenen om de aanpassingen van de planners beter te begrijpen. Die informatie nemen we mee rich ting toekomstig onderzoek”, besluit hij. “De ooit voorspelde heilige graal, namelijk de volledig autonome supply chain, lijkt vandaag een utopie. De menselijke input zal belangrijk blijven. Je zoekt dus beter naar de optimale wisselwerking tussen de planner en de software. Door de psychologische kosten van vooral underage meteen in het algoritme te integreren, boek je opnieuw heel wat progressie. De efficiëntie blijft verzekerd, terwijl de inbreng van de planner meteen in het algoritme is geïntegreerd.” KD
Professor Jan Fransoo, Tilburg University en Eindhoven University of Technology: “De menselijke input zal belangrijk blijven. Je zoekt dus beter naar de optimale wisselwerking tussen de planner en de software. Door de psychologische kosten van vooral underage meteen in het algoritme te integreren, boek je opnieuw heel wat progressie.” University of Technology begeleidde hij het onderzoek van Joan Stip. “De studie van Joan is een van de eerste in zijn soort die vertrekt vanuit de praktijk. Laboratoriumonderzoeken en theoretische studies wezen er eerder op dat planners vooral de kosten van overage overschatten. De bevindingen van Joan weerleggen dat nu, al valt dat ook deels toe te schrijven aan de specifieke context van de onderdelenketen, waar je voorraad tekorten nog meer wilt vermijden. Verder leerde de studie van Joan ons dat het endowment-effect de waarde van die aanpas singen door planners naar beneden haalt. Die informatie laat je toe de processen en algoritmes her in te richten, maar is ook nuttig voor bedrijven die planningssoftware ontwikkelen.”
27
VALUE CHAIN MANAGEMENT -OKTOBER 2024
Made with FlippingBook Digital Proposal Maker